“Ik zit met een enorm probleem en ik vermoed dat de informatie uit deze boeken me zou kunnen helpen bij het oplossen ervan.” Ik zet mijn thee neer op het salon tafeltje en wring vervolgens mijn handen in elkaar. Hoewel ik voel dat mijn gastvrouw volledig te vertrouwen is, ben ik bang dat ze me niet gelooft, of denkt dat ik gek ben, als ik haar mijn verhaal vertel. Mevrouw Hart ziet mijn aarzeling.

“Je kunt het me vertellen. Geloof me. Ik kijk nergens meer van op in dit leven. Toe maar.” Zegt ze. Ze wappert met haar handen en kijkt me vriendelijk aan.

“Ik hoor hier niet te zijn”. Stoot ik uit. “Ik bedoel…vanochtend werd ik wakker in een bed waar ik helemaal niet thuis hoor. Ik werd namelijk wakker in mijn oude studentenhuis waarin ik ooit heb samengewoond met mijn toenmalige vriendje en nu ex- man. Dat huis is al lang gesloopt, weet u. En mijn vriendje lag ineens weer naast me en de hele wereld was anders. Gisteren was het nog 11 mei 2014 en ging ik slapen naast mijn man met mijn twee kinderen en vanochtend toen ik wakker werd was het ineens 20 september 1999. Voor mij is dit de vorige eeuw. Ik hoor hier niet te zijn.” Ik heb zo snel gesproken dat ik het hartenvrouwetje geen enkele mogelijkheid geef om me te onderbreken.

Zonder een spier te verrekken kijkt ze me aan. Ernstig. Nadenkend. Dan begint ze te spreken.

“Bedoel je dat terug bent gegaan in de tijd?” Ik duw mijn wenkbrauwen omhoog in verbazing. Zo’n snelle conclusie had ik niet verwacht. Zelfs niet van dit slimme vrouwtje. Het is ook nogal niet wat, wat ik haar vertel.

“Klopt mevrouw Hart, dat is exact wat er is gebeurd. Kunt u zich voorstellen hoe zeer ik in paniek was? Ik ben gewoon overnight vijftien jaar in de tijd terug gegaan. En nu probeer ik uit te vogelen hoe ik weer terug kom in mijn tegenwoordige tijd.

“Ongelooflijk.” De kleine dame is daarna stil en leunt achterover. Ze kijkt me aan. Taxerend.

“Ik snap dat het moeilijk is te geloven. Het is dat het mijzelf overkomt, anders had ik het ook niet geloofd. Echt.” Vertel ik haar vlug.

“Dus je ging gisteravond gewoon slapen in je bed in 2014 en vanochtend werd je wakker in een heel ander bed in een heel andere tijd?”

“Klopt.” Ik knik. Het hartenvrouwtje is weer stil. Nadenkend.

“En je weet zeker dat je niet je hoofd keihard hebt gestoten of iets dergelijks. Een hersenschudding of hersenbeschadiging hebt opgelopen.”

“Ik heb mijn hoofd niet gestoten. Ik was gisteravond nog een video aan het kijken op mijn telefoon. Tegenwoordig kunnen wij dat. En daarna ben ik gewoon in slaap gevallen.”

“Interessant.” Ze blijft me aankijken. “En nu denk je dus dat je ineens uit de toekomst komt.” Ze stelt het vast.

“Nee dat dénk ik niet, dat ís zo.” Zeg ik haar met een dringende toon in mijn stem terug.

Mijn gastvrouw zwijgt weer.

“Waarom denk je dat je uit 2014 komt?” Vervolgt ze.

“Omdat ik sinds 1999 een heel leven heb geleefd. Ik ben verhuisd, verloofd, getrouwd, ik heb siamezen gekregen, twee kinderen. Ik ben nog een keer verhuisd. Ik heb vijftien jaar leven achter de rug sinds 1999. Ik vertel echt de waarheid. Ik kom uit de toekomst!”

“Ik vind het een bijzonder en interessant verhaal wat je me verteld en voor nu ga ik ervan uit dat je de waarheid, of in ieder geval jouw waarheid vertelt.” Ze gaat wat voorover zitten in haar stoel. “Hoe is het in 2014? Is er vrede in de wereld? Is het mooi?”

“Zo veel is er niet veranderd. Er is nog steeds oorlog. Eigenlijk is de wereld best heel rumoerig. En de technologie is een stuk verder. Niet zozeer qua auto’s ofzo, meer op het gebied van informatica en telecom. We hebben nu smartphones en tablets die met een touchscreen te bedienen zijn. Eigenlijk een soort mini computers waar je ook mee kunt bellen, navigeren, alles. Je eigen zakcomputer. Ik mis mijn smartphone wel hoor. Ik heb nu mijn oude telefoontje mee. Een Motorola waar ik alleen mee kan bellen. Heel simpel. Maar dat is zo in 1999.” Ik kijk haar aan terwijl ik praat.

“Dat klinkt fascinerend En sterker nog het klinkt niet alsof je dit uit je duim zuigt. Ongelooflijk. Ik sta perplex!” Mevrouw Hart begint te glimlachen.

“Het is ook wel heel bijzonder,” geef ik schoorvoetend toe. “Maar echt leuk is anders hoor. Ik wil gewoon terug naar mijn eigen hedendaagse leven. En nu zit ik hier vast in een tijd waar ik helemaal niet meer wil zijn. En het ergste is nog dat ik niet terug ben in de tijd die ik ken, maar in een andere tijd. Hoewel het wel september 1999 is en ik vijftien jaar terug ben gegaan in de tijd, zit ik, zoals het lijkt, op een andere tijdlijn. Dat klinkt science fiction achtig hè?”

“Ja dat klinkt nog vreemder inderdaad.” Antwoordt ze. Maar waarom denk je dat je op een andere tijdlijn zit?” Vervolgt ze, alsof het feit dat ik stel dat ik terug gegaan ben ik de tijd naar een parallel universum de normaalste zaak is van de wereld. Alsof we een koekjes recept uitwisselen. Zo kijkt ze.

“Nou, ik zit niet in de omstandigheden die ik ken van september 1999. Zo heb ik een heel andere studie gedaan, een andere baan en mijn ouders wonen nog steeds in hun villa, waar ze eigenlijk al in 1996 vanuit zijn verhuisd.”

“Ok.” Mevrouw Hart pakt met de wijs- en middelvinger van haar handen haar slapen vast en fronst. “Jij ging dus gisteren slapen in 2014 en vanochtend werd je wakker in 1999 in een parallel universum?” Ik knik. Het klinkt bijna grappig. Als het een film was geweest die ik vanuit mijn bioscoopstoel had bekeken had ik gelachen, bedenk ik me. Ze zucht diep en kijkt weer naar het plafond, terwijl ze kauwt op het velletje van haar duim. Ik kijk haar vol verwachting aan.

“Hier heb ik nog nooit van gehoord.” Zegt ze dan. “Wel van mensen die onder gecontroleerde omstandigheden konden terug keren in de tijd, zoals Andrew Basiago. En de omstandigheden rondom het Philadelphia Experiment waren ook zo dat de mensen terug keerden in de tijd en weer verschenen in het nu. “Maar jij loopt dus al de hele dag in de verkeerde tijd rond?” Vraagt ze. Ik knik weer. Heftiger deze keer. “Hmm. Ok. Ja Andrew wist dat hij terug ging in de tijd. Hij was hierin getraind. Ik weet niet precies het hoe en wat. Bij het Philadelphia Experiment werden theorieën van Einstein en technieken van Tesla toegepast en werd een heel marineschip geteleporteerd om redelijk snel daarna weer terug te keren in het heden met alle dramatische gevolgen van dien. Er is een film van gemaakt geloof ik.”

“Wat voor dramatische gevolgen?” Vraag ik dringend.

“Er werden testen gedaan met het schip om deze onzichtbaar te maken, gebruik makend van elektromagnetische velden en zwaartekracht. Maar in plaats van gewoon onzichtbaar te worden door het ombuigen van licht,  verdween deze volledig. Er was alleen een groene mist over waar het schip ooit was. Toen het schip even later weer verscheen was de bemanning er niet goed aan toe. Bemanningsleden waren verdwenen, om nooit meer terug te keren, sommigen waren fysiek versmolten met het staal van het schip en de rest was psychisch helemaal doorgedraaid.” Ik kijk haar vol afschuw aan.

“Ik hoop niet dat dat mijn voorland is, straks versmolten te zijn met de muur van mijn huis ofzo.”

“Nee, wees niet bang. Jouw geval is heel anders. Kijk, hier waren knappe koppen echt aan het experimenteren geslagen. Dit is ook geen officieel verhaal hoor. Het Amerikaanse leger houdt het op een mythe, maar ik weet wel beter.” Ze knipoogt naar me en neemt een flinke slok port, waarna ze verder gaat.

“Want als ik het goed begrijp ben jij als het ware terug gegaan in de tijd in je lichaam van toen. Omdat je er erg jong uit ziet. Niet als iemand met kinderen. Want hoe oud ben je? Een jaar of eenentwintig?”

“Nee ik ben wat ouder. Zesentwintig, maar ik zie er wel jonger uit. Tenminste, in dit lijf ben ik zesentwintig, maar in 2014 ben ik dus eenenveertig.”

“Aha, dus je bent met je bewustzijn terug gegaan in de tijd.” Ze stelt het vast met een nadruk op het woord bewustzijn.

“Ja, zo zou je het denk ik wel kunnen zeggen. Ik ben me bewust van dit jaar. Dit moment. En niet van het moment waar ik nu hoor te zijn in 2014.”

“Ongelooflijk.” Mevrouw Hart roept het hoofdschuddend uit. Alsof de omvang van mijn relaas nu pas tot haar doordringt. Ze gaat achteruit in de kussens zitten en vouwt haar handen om haar glaasje port, welke bijna leeg is. “Meis, wat vreselijk voor je. Wat zul je geschrokken zijn. En angstig.” Ik knik weer. Ze blijft me indringend aankijken en vervolgt dan: “Ik snap wat je bedoelt met die link tussen out of body gaan en jouw tijdreis avontuur. Weet je dat Robert Monroe tijdens zijn buitenlichamelijke reis ook naar een gebied ging waar hij in een parallel leven leefde?”

“Ja, ik las daar inderdaad iets over. Was hij daar niet een man in een ander universum wat parallel liep aan het zijne, maar heel verschillend met de wereld die hij kende?”

“Inderdaad”, antwoordt mevrouw Hart. Dat noemde hij geloof ik de derde omgeving van de tweede staat. “Kijk, Monroe noemde de staat van zijn zoals je bent in wakkere vorm in het hier en nu waar je niet droomt, de eerste staat. Zoals wij hier met elkaar praten. De tweede staat is de staat waarin je lichaam slaapt, maar je bewustzijn wakker is en op reis gaat buiten je lichaam.”

“Ik geloof dat ik het snap.” Zeg ik. “Er zijn dus twee staten en je bent in allebei de staten wakker. Bij bewustzijn zeg maar.”

“Precies!” Beaamt mijn wijze vriendin. “En hoewel je dus in beide staten wakker bent, geldt dat niet voor je lichaam,” vervolgt ze. “In de eerste staat is je lijf wakker en in de tweede staat slaapt ie.”

Ik grinnik. “Het lijkt wel hogere wiskunde!” Mevrouw Hart lacht. “Het gaat in de boeken van Monroe natuurlijk alleen over de avonturen die hij beleefde in de tweede staat. Buiten zijn lichaam.” Vervolgt ze. “In deze tweede staat reisde hij naar diverse gebieden die hij omgeving I, II en III noemde. Omgeving I is het hier en nu en alles in jouw leven wat herkenbaar is. Zo kun je bijvoorbeeld je lichaam uit zweven in je eigen slaapkamer, daarna naar de woonkamer gaan en daar je gezin zien zitten. Omgeving I is alles wat vertrouwd is in tegenstelling tot Omgeving II. Want hier is alles totaal anders dan alles wat ooit bekend en vertrouwd was voor jou. Het is een oneindig groot gebied waarin tijd en dus ook ruimte zoals wij die kennen, niet bestaan. Alles wat mooi is, zo mooi als de hemel en alles wat lelijk is als de hel, kun je hier vinden. Ook vind je hier geen normale mensen, maar wezens van diverse pluimage en frequentie.”

“Wat bedoelt u met frequentie?” Vraag ik fronsend. Tot zover snap ik het, maar wat ze hiermee bedoelt begrijp ik niet.

“Met frequentie bedoel ik trilling.” Legt het hartenvrouwtje uit.

”Trilling?” Vraag ik haar weer fronsend.

“Ja trilling. Vibratie. Energie!” Ze glimlacht mysterieus. “Alles is energie, lieverdje. De wereld lijkt solide. En we denken ook dat de materie van deze wereld, van de eerste staat van zijn zogezegd, vast is. Bewegingsloos. Maar dat is op kwantumniveau niet het geval, omdat als we op dit niveau naar materie kijken, we zien dat alles in beweging is. Een atoom, de bouwsteen van materie, is altijd in beweging en afhankelijk van de snelheid van deze beweging, toont de wereld zich als vast, vloeibaar of gas. Als we nog verder gaan kijken komen we er achter dat alles uiteindelijk van energie is gemaakt. En deze energie heeft ook een bepaalde trilling. En hoe hoger de trilling van de energie, des te prettiger deze aanvoelt. Zelfs onze gedachten zijn gemaakt van energie.”

“Ja! Veer ik op. “Dat is de wet van de aantrekkingskracht. Net als de film The Secret.” Ik praat snel en enthousiast als ik me realiseer dat deze film in 1999 nog lang niet uit was.

“Die film ken ik niet, maar als ik het dus heb over wezens van diverse frequentie, heb ik het over wezens die van prettig tot onprettig aanvoelen. Bijvoorbeeld van liefdevolle, engelachtige wezens, overleden mensen en bijzondere buitenaardse wezens, tot monster-achtige individuen. Klinkt echt science fiction, hè Celia?” Zegt mevrouw Hart lachend. “Nou en dit kun je allemaal aantreffen als je buiten je lichaam treedt in die tweede staat.” De professor met haar rode slofjes gaat achteruit in haar fauteuil zitten en neemt een flinke slok van haar portje.  “Begrijp je het zo een beetje?”

“Ja,” zeg ik. “Het is een beetje als dromen. Sommige dromen zijn naar met vervelende mensen en monsters en anderen weer positief die fijn aanvoelen.”

“Exact. En dromen doe je ook in deze tweede staat. Alleen ben je dan niet bewust. Maar ik vermoed dat je wel dromende mensen kunt tegenkomen in deze staat buiten je lichaam.” Ik knik. Ik snap waar ze het over heeft, hoewel het niet de meest eenvoudige onderwerpen zijn om over te spreken. Mevrouw Hart gaat dan verder.

“In deze tweede staat buiten je lichaam beweeg je je voort met gedachtenkracht. Ook zoiets. Met andere woorden: jij denkt ergens aan en vervolgens gebeurt dit ook onmiddellijk. Of ben je meteen op de plek waar je aan dacht. Of bij de persoon waar je aan dacht, ook al bevindt deze zich aan de andere kant van de wereld. Of zelfs op de maan. Als jij er aan denkt gebeurt het meteen.” Ze neemt weer een slokje port en zet daarna het glaasje weer voorzichtig neer op het dienblad.

“Weet je, de tweede staat is eigenlijk de natuurlijke staat van je tweede lichaam. Je astrale lichaam. En zoals we net al hebben vastgesteld zou je kunnen zeggen dat als je droomt je ook naar dit gebied gaat met dit astrale lichaam.” Mijn gastvrouw pauzeert even.

“Zou het kunnen zijn dat ik dan nu droom en een soort lucide droom heb en u daarin verschijnt?” Vraag ik haar.

“Ik denk het niet. Daarvoor is dit te echt. Ik weet zeker dat ik niet in de droom van iemand anders zit nu”, lacht mevrouw Hart zachtjes. “Ik denk persoonlijk wat anders.

Het begint me te dagen. Langzaam maar zeker. Ik zucht en drink mijn kopje thee leeg.

“Ik weet het, meiske. Het is een hoop informatie hè?” Ik knik. En terwijl het grijze vrouwtje mijn theekopje weer vult, vraagt ze:

“Vindt je het nog wel interessant als ik je vertel wat ik weet over omgeving twee en drie van de tweede staat?”

“Ja zeker, ik ben erg benieuwd naar alle informatie die met Monroe en buitenlichamelijke reizen te maken heeft. Maar wat was de eerste omgeving ook al weer?”

“Omgeving I is de wereld zoals jij die kent, precies of bijna gelijk als dat jouw wereld er uit ziet.” Zegt ze.

“Oja”, antwoordt ik. Ik weet het weer. En hoe zit het dan met die andere twee omgevingen?”

“Nou, Robert Monroe kwam er door zijn vele buitenlichamelijke reizen dus achter dat er ook plekken waren die in totaal niets leken op zijn normale wereld uit Omgeving I.

“Ik ga verder.” Ze gaat wat verzitten, neemt een slokje port en laat zich weer wegzakken in de kussens.

“Monroe was in eerste instantie doodsbang voor Omgeving II, omdat deze totaal anders was dan zijn vertrouwde Omgeving I. Wat ook wel begrijpelijk is. Buiten je fysieke lichaam zijn is al best een uitdaging en als je dan op plekken komt die bijvoorbeeld volkomen duister zijn, of waar je handen van vreemden op je lijf voelt en waar je niet weet hoe je je weg weet terugvindt naar je eigen lichaam in je bekende wereld, dan kan dat best beangstigend zijn.”

“Dat begrijp ik”, knik ik bevestigend. “Ik heb ook wel wat gelezen over deze tweede omgeving en dat leek me ook hartstikke eng. Puur omdat je allerlei wezens tegenkomt die je niet kent en waarvan je niet weet of ze aardig zijn of niet. Maar ook omdat hij in dat pikkedonker was en niet wist hoe hij terug moest.”

“Klopt”, zegt ze. “Maar hij kwam er dus gelukkig snel achter dat hij kon reizen met gedachtenkracht. Hij hoefde slechts te denken aan zijn fysieke lichaam en hij was weer terug. Poef! Als in een flits!” Terwijl ze ‘poef’ zegt gooit ze haar handen in de lucht.

“Nou en Omgeving III was weer een hele andere, daar hadden we het net al even over hè? Daar ging hij naar die paralelle wereld. dat was dus een gewone wereld, een aarde zogezegd, maar een voor hem onbekende plek die. Hij kroop daar in de huid van zijn alter ego in die voor hem onbekende wereld. Hij lééfde daar daadwerkelijk als die man en nam als het ware zijn lichaam over, maar omdat hij alleen met zijn bewustzijn in die man ging en verder ging enkele notie had van die man zijn leven of van de wereld waarin hij leefde, was dit heel bevreemdend voor Monroe. Omgeving III is dus eigenlijk net als Omgeving I, bijna identiek aan onze wereld, maar ligt noch in het verleden, noch in het heden van onze huidige realiteit, hetgeen impliceert dat het hier een parallele wereld betreft. Begrijp je wat ik daarmee bedoel?” Mijn gastvrouw de Professor is iets voorover gaan zitten en steunt met haar ellebogen op haar knieën. Ik knipper met mijn ogen en probeer de omvang van wat zij vertelt tot me door te laten dringen.

“Ik geloof het wel”, antwoord ik aarzelend.

“Monroe is in Omgeving III naar een paralelle wereld gereisd. EN met zijn bewustzijn heeft hij plaats genomen in die andere hij. Die man. En dat is eigenlijk wat mij nu ook overkomt!” Roep ik uit. Ik zit op het puntje van mijn stoel. “Omdat mijn eenenveertigjarige bewustzijn als het ware het lichaam heeft overgenomen van de zesentwintigjarige Tanja in een paralelle wereld. Jeetje.”

“Precies!” Verklaart het kleine dametje en gaat triomfantelijk achteruit leunend in haar fauteuil zitten. “De Tanja uit 2014 is in de Tanja van 1999 gefloept. En de vraag is nu: Hoe kom jij met je bewustzijn van 2014 weer terug naar waar je hoort?!”

 

Lees HIER het volgende deel >>>

 

Copyright © 2016 Tanja Ortmans

Disclaimer: Elke overeenkomst met bestaande personen -in leven of overleden-, gebeurtenissen, plaatsen of entiteiten berust op louter toeval. Alle personages, gebeurtenissen, plaatsen en entiteiten zijn fictief en verhouden zich op geen enkele manier tot een werkelijkheid van bestaande personen -in leven of overleden-, gebeurtenissen, plaatsen of entiteiten.

Photo credits Creative Commons: Photo ‘Port wine glass’ by Port Convention & Visitors Bureau (Flickr)

Tanja
Tanja Ortmans (1973) is Metafysicus, Hypnotiseur, Sci-Fi Auteur, Integratief Psychotherapeut, Multidimensional Coach, Designer en moeder van vijf (haar jongste zoon Gaia woont in de hemel). Vanaf haar vroegste jeugd is de ontdekkingstocht naar de multidimensionaliteit van het leven, de reis van de ziel, kwantum fysica en hoger bewustzijn haar grootste passie. Ze woont samen met haar vier kinderen en drie katten, in de buurt van Amsterdam.
× Hoe kan ik je helpen?