Om mijn moeders vraag te beantwoorden, zeg ik: “Ik weet eigenlijk niet zo goed wat ik kan eten. Op alleen appels en bananen ga ik het niet redden vandaag. Zal ik je iets vertellen over mijn eetgewoontes in het jaar 2014?”
Mijn moeder knikt geïnteresseerd. Ze is niet alleen psychologe, ze weet zelf ook veel af van voeding en heeft ons met gezonde maaltijden grootgebracht. Maar daar hoorden ook brood en melk bij. Inmiddels weet ik dat zowel brood als melk niet bijster heilzaam zijn voor het menselijk lichaam. Maar in die discussie heb ik nu geen zin.

“In mijn eigen jaar eet ik eigenlijk voornamelijk plantaardig en probeer ik niet alleen alle voedingsmiddelen die afkomstig zijn van dieren te vermijden, maar eet ik ook geen suiker, brood en andere voedingsmiddelen met granen.
“Ongelooflijk!” Roept mijn moeder verbaast uit. “Jij kauwt dus de hele dag op worteltjes en banaantjes?” Ze grinnikt. “Dat had ik nooit durven dromen. Je gruwelde altijd van groenten. Zeker van worteltjes. Ik sta ervan te kijken!” Ik moet lachen om de herinnering aan al mijn moeders vegetarisch gekook en haar nobele streven om ons te voeden met goede maaltijden. Mijn verzet tegen veel van haar gezonde kost moet haar soms enorm gefrustreerd hebben.
“Maar het tegendeel is waar mam, ik kauw helemaal niet de hele dag op worteltjes. Ik eet lekker en gevarieerd. ’s Ochtends start ik met een liter sap van groenten en fruit. In de middag eet ik vaak een smoothie met banaan en als diner een heerlijke salade met aardappeltjes of een rijstenwrap met sla en vegetarische stukjes. Ik maak ook mijn eigen rauwe chocola en maak overheerlijke taarten van veganistische, rauwe ingrediënten.”
“Klinkt goed, lieverd! Vooral die chocola en die taart, daar ben ik wel benieuwd naar.”
“Ik leg het nog wel eens uit. Het probleem nu is dat ik geen sapcentrifuge heb en dergelijke. Ik kan dus geen juice maken.”

“O jawel hoor!” Mijn moeder steekt triomfantelijk haar wijsvinger in de lucht, “Tada!” Ze trekt een keukenkastje open en haalt er een machine uit die verdacht veel op een sapcentrifuge lijkt.
“Super!” Ik lach blij. “Wat heb je voor fruit en groenten in huis?”
Mijn moeder laat me het volgende kwartier mijn gang gaan en ik maak van wat winterpeen, citroen, een grapefruit en een paar sinaasappelen een heerlijke juice. Als ik de machine heb schoongemaakt, schenk ik voor zowel mijn moeder als mijzelf een glas in.

“Zo mam, dit is normaliter mijn dagelijks ontbijt.” We proosten en mijn moeder smakt met haar lippen.
“Het smaakt fantastisch. Dit houd ik er in voor je vader en mijzelf. Maar hier heb je toch niet genoeg aan?’” Vraagt mijn moeder een beetje bezorgd.
“Voorlopig wel. En voor vanmiddag zorg ik voor een salade of een tros bananen. Ik moet straks wel nog even naar de Albert Heijn. Zit die nog steeds in Koog tegenover de ouwe Chios?”
“Klopt”, zegt mijn moeder. “Je kunt van mij een boodschappentas lenen. En wat doe je nu met Jeroen? Ga je straks naar huis terug?”
“Ik weet het echt nog niet.”

Ik zucht maar weer eens diep en zet mijn halflege glas oranjekleurig sap terug op tafel. Ik heb inmiddels door dat het diep inademen en stevig doorzuchten goed werkt tegen de constante drang om een sigaret op te steken. Ik vind het maar lastig en kijk niet bepaald uit naar de vijf dagen lichamelijk afkicken van roken die voor me liggen. Gelukkig hoef ik niet psychisch te stoppen met roken. Dat heb ik vele jaren geleden al gedaan en die psychische drang maakt geen deel meer uit van mijn dagelijkse werkelijkheid.

Ik denk aan Jeroen en mijn vergane leven in de studentenwoning. Hoe moet ik in vredesnaam terug naar die situatie? Ik wil het leven van de zesentwintigjarige Sylvia niet nodeloos overhoop halen. Maar als ik diep ik mijn hart kijk, zou ik het liefst mijn spullen pakken en terug gaan naar mijn grote, oude kamer boven de garage van de villa van mijn ouders.

“Ik wil heel graag hier naar toe komen met mijn spullen, mam. Ik wil niet meer bij Jeroen wonen.” Op het moment dat ik het zeg, snap ik dat dit de situatie niet eenvoudiger maakt. Want wat als de relatie wordt afgebroken? Hebben we dan nog steeds kinderen in 2014? Viggo en Sterre wil ik voor geen goud missen. Een stemmetje in mijn hoofd, breekt mijn overpeinzingen echter af door me te melden dat het allemaal niet uitmaakt. Ik bevind me immers op een paralelle tijdlijn. Mijn keuzes binnen deze werkelijkheid zullen geen invloed hebben op mijn eigen tijd. Althans, dat hoop ik dan maar.

“Ik vind het lastig, lieverd”, zegt mijn moeder oprecht. “Ik wil je graag steunen, maar Jeroen en jij zijn gelukkig samen. Die indruk krijg ik tenminste. En al die leuke momenten met jullie gezamenlijke vrienden en vriendinnen…” Mijn moeder is even stil, terwijl ze naar de Toscaans gekleurde tegels staart die onder onze voeten liggen.
“Ik weet het ook niet mam.” Ik staar met haar mee naar de tegels en realiseer me dat ik het zinnetje ‘Ik weet het niet’ de afgelopen uren vaker heb gezegd en gedacht dan ooit tevoren.

Abrupt sta ik dan op en zeg stellig tegen mijn moeder: “Mama, ik kan daar simpelweg niet wonen momenteel. Ik ben eenenveertig en al jaren gescheiden van die man. Geen haar op mijn hoofd dat ik een bed, een tafel of een bank met hem ga delen nu. Ik kan alleen maar hopen dat mijn zesentwintigjarige bewustzijn het binnenkort weer overneemt en ik naar huis ga.” Ik kijk mijn moeder bijna smekend aan. Ze beantwoordt mijn smeekbede.
“Het staat buiten kijf dat jij hier kan slapen. Natuurlijk. Je bent mijn dochter. Het hele eiereten is alleen: wat ga je tegen Jeroen zeggen?”
Ik ben even stil en staar weer naar de tegels. Ze zijn verschillend van kleur. De ene is wat meer oranje, anderen hebben meer blauw in de steen. Sommige bruin en ik ontwaar zelfs iets van een rode gloed in een van de tegels.
“De ondergaande zon”, zeg ik gedachteloos. “Mam, de tegels zijn zo mooi, dit heb ik nooit zo bekeken. Ze zijn allemaal net even anders van kleur. Het is net de lucht als de zon onder gaat.”
Mijn moeder fronst haar wenkbrauwen.
“Ja je hebt gelijk. Dit zijn van die details die ik niet meer zie. Ik ben zo gewend aan deze tegels.”

Ik moet ineens denken aan de laatste ondergaande zon die Sasja en ik samen hebben gezien. Het was zo mooi. De lucht kleurde in een net zulk gevarieerd Toscaans kleurenpallet als de vloer van deze keuken. Blauw met oranje en rood. Zelfs roze en lichtblauw. We zaten bij een heel simpel strandtentje in Egmond aan Zee. Sasja dronk een Ice Tea en ik een verse muntthee met honing. De oranje zon gloeide trots en daalde rustig af in zee, terwijl wij genoten van het uitzicht. En dan weet ik het plotseling heel zeker. Ik ga naar Sasja toe.

 

Lees HIER het volgende deel >>>

Copyright © 2015 Tanja Ortmans 

DisclaimerElke overeenkomst met bestaande personen -in leven of overleden-, gebeurtenissen, plaatsen of entiteiten berust op louter toeval. Alle personages, gebeurtenissen, plaatsen en entiteiten zijn fictief en verhouden zich op geen enkele manier tot een werkelijkheid van bestaande personen -in leven of overleden-, gebeurtenissen, plaatsen of entiteiten.

Photo credits Creative Commons: Moyan Brenn (Flickr)

Tanja
Tanja Ortmans (1973) is Metafysicus, Hypnotiseur, Sci-Fi Auteur, Integratief Psychotherapeut, Multidimensional Coach, Designer en moeder van vijf (haar jongste zoon Gaia woont in de hemel). Vanaf haar vroegste jeugd is de ontdekkingstocht naar de multidimensionaliteit van het leven, de reis van de ziel, kwantum fysica en hoger bewustzijn haar grootste passie. Ze woont samen met haar vier kinderen en drie katten, in de buurt van Amsterdam.
× Hoe kan ik je helpen?