Ik leg mijn handen plat op de houten tafel. Het tafelblad voelt glad en koud aan. Dat is prettig, omdat de aanraking me als het ware ankert om volledig aanwezig te zijn in het hier en nu. Het is fijn om hier te zijn en ik besluit dat te delen met mijn ouders.
“Weet je nog wat je net aan me vroeg, mam, toen ik door het huis aan het lopen was? Je vroeg of ik iets aan het zoeken was.” Ik spreek de woorden kalm en weloverwogen uit, terwijl ik mijn moeder rustig aankijk.
“Hmhm, ja. Dat herinner ik me inderdaad.” Mijn moeder verschuift op haar stoel en komt weer recht zitten. Ze legt haar handen in elkaar gestrengeld op de keukentafel.

“Ik zocht niets, maar was het huis aan het bewonderen. Ik hou van dit huis, weten jullie dat?” Ik kijk ook mijn vader aan. Ik zie dat ze beiden knikken. “Maar ik ben hier al achttien jaar niet geweest. Dat is een heel lange tijd. Achttien jaar!” Ik laat een korte pauze vallen nadat ik de woorden met klem heb uitgesproken en kijk zowel mijn moeder als mijn vader indringend aan. “En daarom vind ik het zo leuk om vanochtend het huis en de tuin te bewonderen.” Voordat mijn ouders de tijd krijgen om in te haken op mijn verhaal, ga ik verder.
Ik snap dat het belachelijk in hun oren klinkt. Als mijn elfjarige zoon Viggo ineens voor mijn neus zou staan met de mededeling dat hij een vijfentwintigjarige jongen was, zou ik ook heel vreemd staan te kijken. “Maar wat zou ik nodig hebben als moeder om mijn bloedeigen zoon te geloven?” Bedenk ik me opeens. Ik zou luisteren naar zijn verhaal denk ik. En doorvragen. Proberen ergens een touw aan vast te knopen.

“Voor jullie lijkt het alsof ik dezelfde dochter ben van zesentwintig die jullie net nog hebben gezien. Maar dat ben ik dus niet. Ik ben vijftien jaar ouder. Ik heb twee kinderen gekregen. Op 19 april 2003 ben ik moeder geworden van Viggo. Hij is nu elf. En drie jaar later op 6 maart 2006 is onze dochter Sterre geboren. Jeroen is de vader, maar we zijn in 2010 gescheiden en ik heb sinds een aantal jaar een relatie met Sasja en we zijn nu een jaar getrouwd. En gisteravond ging ik dus slapen naast mijn man, nadat ik mijn kinderen goedenacht had gekust. En vanochtend word ik wakker in deze compleet achterlijke situatie. Ik zit ineens in de vorige eeuw in mijn lijf van toen en aan de keukentafel met mijn veel jongere ouders die hier nog niet eens horen te wonen.” Ik kijk mijn ouders beiden afwisselend aan tijdens mijn monoloog en ik heb het gevoel dat mijn woorden er behoorlijk authentiek uit komen.

“Het vreemdste van de hele situatie komt nog. En dat is het feit dat jullie in 1996 zijn verhuisd van ’t Padje en zijn gaan wonen in Wormer. En daar wonen jullie nog steeds. Net als ik trouwens. En Jeroen en de kinderen. We wonen allemaal in Wormer” Ik pauzeer even om diep adem te halen en mijn gedachten te rangschikken. “Dus het feit dat ik hier ineens in dit lijf zit van vroeger klopt al niet, maar dat de tijdlijnen blijkbaar zijn verschoven klopt nog minder. Het enige wat ik wil is hier weg. Terug naar mijn eigen jaar. Ik ben echt ten einde raad. Snappen jullie dat?” Ik ga achterover zitten tegen de houten leuning van de hoekbank.

Mijn ouders wisselen een voorzichtige blik en ik zie ze woordeloos op elkaar afstemmen wie van hen antwoord gaat geven op hetgeen ik ze zojuist heb verteld. Dan zegt mijn moeder:
“Lieverd, papa en ik houden heel erg veel van jou, maar dit is een ongelooflijk en tevens zorgwekkend verhaal.”
“Mam!” Ik roep het uit, omdat ik merk dat ik boos word. “Heb je eigenlijk wel naar me geluisterd?” Ik weet dat jullie van me houden, nu en over vijftien jaar nog steeds. Maar ik zit in deze situatie en ik heb hulp nodig. Jullie hulp.” Ik slaak een diepe zucht.

“Okay, Syl”, zegt mijn moeder vastberaden. “Wat heb jij nu voor soort hulp van ons nodig?” Mijn moeder blijft me rustig aankijken, terwijl ik nadenk over wat het überhaupt is dat ik nu op dit moment nodig heb. Dit is typisch een vraag van mijn wetenschappelijk georiënteerde moeder. Ze is doctorandus in de Klinische Psychologie en ze werkt bij een instelling die gezinnen en individuen helpt bij allerhande ingrijpende problemen. Ze heeft er altijd voor proberen te waken om haar therapeutische werkhouding niet mee naar huis te nemen, maar ik vermoed dat juist haar analytische geest in deze situatie goed van pas zou kunnen komen.

“Wat ik nodig heb is een klankboord, mam. Ik begrijp zelf nauwelijks allemaal wat er gebeurd en ik heb jullie, als zijnde intelligente mensen die ik vertrouw, nu nodig om mee te sparren, zodat ik ook mijn eigen gedachten en theorieën op een rijtje krijg. En in de tussentijd hebben jullie misschien ook wel wat goede ideeën. Dat is wat ik nodig heb.”

Mijn moeder pauzeert even. Dan knikt ze bedenkelijk met haar hoofd en kijkt naar boven, alsof zij nu op haar beurt de zaak op een rijtje probeert te krijgen. Ze vervolgt:
“Dus jij zegt dat jij op dit moment niet de Sylvia bent uit 1999, maar die uit 2014?”
“Dat klopt helemaal, mam.” Mijn moeder haalt weer diep adem en gaat verder.
“En jij bent ineens wakker geworden in dit lijf van 1999 in het volgens jou verkeerde jaar?”
“Ja!” Ik buig me voorover en blijf mijn moeder aankijken.
“Dus als ik het goed begrijp ben jij niet lijfelijk teruggegaan naar het verleden. Zoals die hoofdpersoon uit de film ‘Back to the future’. Die film hebben we vorig jaar nog gezien, weet je nog Jan, met die jongen, Marty, die 30 jaar terug gaat in de tijd. In de film ging Marty terug via die als tijdmachine omgebouwde auto van de uitvinder. In jouw geval ben je dus niet lijfelijk terug gegaan in de tijd en is jouw lichaam dus nog aanwezig in 2014 en is alleen je bewustzijn is terug in dit lijf van 1999 gefloept? Snap ik het zo goed?”
“Ja mam”, antwoord ik opgetogen. “Je begrijpt het. Althans, ik vermoed dat mijn lijf nog steeds in 2014 is. Want dit is niet het lijf wat ik ken. Ja van vroeger. Dat komt er op neer dat er voor jullie op het eerste gezicht dus niets veranderd is. Ik ben nog steeds dezelfde persoon. En eigenlijk ben ik dat ook, behalve voor wat betreft mijn bewustzijn. Mijn lijf is zesentwintig en mijn geest is eenenveertig. Zo een beetje.”

Mijn moeder knikt haar hoofd en kauwend op een nagel, terwijl ze naar de witte muur kijkt gaat ze verder.
“Maar ik herinner me ineens nog iets van die film.” Mijn moeder is even een moment stil en gaat dan verder. “Marty gaat terug in de tijd van 1985 naar 1955 maar komt dan per ongeluk zijn toen nog piepjonge moeder tegen. Zij wordt verliefd op Marty, haar toekomstige zoon en daarmee is er een probleem. Want zij moet niet verliefd worden op hem, maar op zijn toekomstige vader, anders zou hij zelf niet kunnen bestaan in 1985. Echter, door Marty’s komst, verandert de tijdlijn in 1955 en Marty moet een list verzinnen om zijn ouders bij elkaar te krijgen. Later als hij terug is, blijkt 1985 er ineens heel anders uit te zien. Dus door zijn interventie in 1955 heeft hij de hele tijdlijn fundamenteel veranderd, zodat zijn toekomst er ineens totaal anders uit ziet. Misschien kan dat ook wel met terugwerkende kracht. Ik bedoel…”, vervolgt mijn moeder na een korte adempauze, “…Jij zegt dat we nu in 1999 niet meer op ’t Padje horen te wonen. Misschien betekent dat wel dat er iets in 1996 is veranderd, zodat we ervoor hebben gekozen het huis niet te verkopen in plaats van wel?”

“Precies!” Ik ben dolblij met de razendsnelle, analytische geest van mijn moeder. Af en toe kan het best vermoeiend zijn om een discussie met haar aan te gaan, maar op dit soort momenten is haar intellect een zegen. Ik weet niet of ze me gelooft, maar ze doet in ieder geval haar best om de situatie te doorgronden en me te helpen er handen en voeten aan te krijgen.

De doodse stilte die valt na de woorden die mijn moeder en ik hebben gewisseld duurt denk ik wel een halve minuut. Mijn moeder staat op om de theekan te pakken en mij een nieuw kopje thee in te schenken. Mijn vader blijft ondertussen angstwekkend stil en zit nog steeds met zijn handen in elkaar verstrengeld aan tafel. Het lachen is hem vergaan en ik weet dat hij in tegenstelling tot mijn moeder niet zal proberen uit te vissen hoe mijn tijdreis-avontuur in elkaar steekt, maar dat hij zal zien in te schatten wat er psychisch met mij aan de hand is.

Dan schraapt hij rustig zijn keel en begint te spreken.

 

Lees HIER het volgende deel >>>

 

Copyright © 2015 Tanja Ortmans
Disclaimer: Elke overeenkomst met bestaande personen -in leven of overleden-, gebeurtenissen, plaatsen of entiteiten berust op louter toeval. Alle personages, gebeurtenissen, plaatsen en entiteiten zijn fictief en verhouden zich op geen enkele manier tot een werkelijkheid van bestaande personen -in leven of overleden-, gebeurtenissen, plaatsen of entiteiten.

Photo credits Photo: ‘Back to the future’ by Rooners Toy Photograhy (Flickr) edited by Tanja Ortmans

Tanja
Tanja Ortmans (1973) is Metafysicus, Hypnotiseur, Sci-Fi Auteur, Integratief Psychotherapeut, Multidimensional Coach, Designer en moeder van vijf (haar jongste zoon Gaia woont in de hemel). Vanaf haar vroegste jeugd is de ontdekkingstocht naar de multidimensionaliteit van het leven, de reis van de ziel, kwantum fysica en hoger bewustzijn haar grootste passie. Ze woont samen met haar vier kinderen en drie katten, in de buurt van Amsterdam.
× Hoe kan ik je helpen?