06-31069157 info@tanjao.nl
De Symboliek van de outcast: Over verlangens en afwijzing

De Symboliek van de outcast: Over verlangens en afwijzing

De Symboliek van de outcast:

Over verlangens en afwijzing

 

Pluk van de Petteflat

Het meest ontroerende personage wat ik ooit ‘ontmoette’ in de vele boeken die ik gedurende mijn halve eeuw op aarde las, is een karakter uit een kinderboek. Misschien wel een van de meest tot de verbeelding sprekende kinderboeken van Nederland die ooit geschreven is. Zo bijzonder en herkenbaar voor velen dat hij zelfs verfilmd is: Pluk van de Petteflet. Het verhaal van een klein jongetje met een geweldige kraanauto die bovenin een flatgebouw woont en met zijn vele vrienden spannende avonturen beleefd.

Annie M.G. Schmidt

Maar deze blog gaat niet over Pluk. Het gaat over mijn lievelingsfiguur die na een flinke poos in het boek geïntroduceerd wordt door Annie M.G. Schmidt. Sinds ik meer weet over mijn eigen Autisme en ADHD, begin ik me af te vragen of deze schrijfster niet ook een vorm van Neurodivergentie had. Het zou heel veel verklaren in haar manier van schrijven en de wijze waarop ze haar personages en hun interactie vorm geeft. Alsmede de onderliggende angsten en verlangens, die tussen de regels door te lezen zijn. Altijd. In welk boek dan ook.

De Heen en Weerwolf

En dat ene karakter waar ik niet met droge ogen naar kan kijken of over kan lezen. Ik ben oprecht benieuwd vanuit welke onbewuste wensen, verlangens en angsten hij is ontsproten aan de fantasie van Annie M.G. Schmidt: De Heen en Weerwolf.

In het avontuur dat hij beleeft met zijn vrienden in het boek, heeft Pluk op een gegeven moment wijze raad nodig. De enige die hem dit kan geven is de Kluizelaar, maar die woont ver weg. Er is maar een manier om bij hem te komen en dat is over het water. Als Pluk echter bij het water aankomt, komt hij voor een groot probleem te staan. Er is geen brug. Wel een veerpont, maar die wordt bemand door een weerwolf en dat vindt Pluk eng. Om de Heen en Weerwolf aan te roepen moet je drie keer fluiten. Pluk staat daar in het donker en is verschrikkelijk bang dat hij wordt opgegeten als hij zou fluiten. Maar zijn wens om zijn queeste te volbrengen is groter dan zijn angst voor de wolf en hij fluit!

heen en weerwolf drie keer fluiten

“Uit het boek…”

Er gebeurde een hele tijd niets. Pluk stond op het vlondertje met bibberende knieën en een kloppende keel. De mist was zo dicht, dat je maar een klein stukje grauw water zag, vlak bij de oever. Toen hoorde hij het geplons van riemen. Dapper bleef hij staan. En daar zag hij iets opdoemen. Vlakbij … Een boot. Een grote platte boot. En op die boot was een schimmige figuur die aan de riemen trok. De
veerman Het was een wolf. Een hele grote wolf met een zuidwester en een oliejas. Pluk zag z’n ruige bek, en bijna had hij zich omgedraaid om weg te hollen naar z’n wagentje, maar toen: begon de wolf te spreken en z’n stem was helemaal niet angstaanjagend. Wel heel schor en brommerig, maar zacht en een beetje verlegen.

“’t Was zeker een vergissing, he? Vroeg de wolf. ‘Je hebt per ongeluk gefloten zeker?’ ‘Nee,’ zei Pluk. Hij wees op het kleine houten bordje bij het vlondertje. ‘Er staat hier 3x fluiten. Dus ik heb driemaal gefloten. Ik wou naar de overkant.’ “’t Is niet waar,’ zei de wolf en schudde z’n ruige kop. ‘Je jokt.’ Pluk werd een beetje kribbig. ‘Ik jok niet,’ Zei hij. ‘Ik heb haast en ik moet naar de overkant´. Ik kan m’n
wagentje toch wel meenemenhè?’ Een wagentje,’ zei de wolf ongelovig. “’t Is niet waar … ik geloof het niet.’ .Jazeker,’ zei Pluk. ‘Ik haal m’n wagen even hier. Vaar asjeblieft niet weg.’ Pluk ging in z’n kraanwagentje zitten en reed voorzichtig het pontje op, dat met z’n platte kant tegen het vlondertje lag. ‘Zo,’ zei hij. ‘En nu maar varen.’ De wolf wou iets zeggen, maar hij kon niet.

Hij huilde. Dikke tranen liepen in grote stralen over z’n harige snoet. ‘Wat is er?’ vroeg Pluk. ‘Waarom huil je nou!’ ‘Het is … hoehoehoe … hihihi …’ snikte de wolf. ‘…het is in tien jaar..,’ ‘Wat? Wat zeg je toch allemaal?’ ‘Het is in tien jaar niet gebeurd!’ Wat is in tien jaar niet gebeurd?’ De wolf wreef de tranen uit z’n gezicht en snoof diep. ‘In tien jaar is er niemand op m’n pontje geweest,’ zei hij. ‘Tien jaar heb ik gewacht. En toch ben ik een goeie veerman. Af en toe breng ik dieren van de ene kant naar de andere. Een rattenfamilie. Laatst een veulentje dat z’n moeder kwijt was. Een enkele haas als het zo uitkomt. Maar mensen komen niet op m’n pont. En daarom huilde ik van blijdschap!’

Heen en Weerwolf en Pluk

Zielsgelukkig

De Heen en Weerwolf kan simpelweg niet geloven wat er gebeurt. Hij is helemaal in de war en huilt van blijdschap. Er is iemand die hem nodig heeft! Iemand die niet bang is voor hem en het ook nog eens aandurft om bij hem in het bootje te gaan zitten. De Wolf is hier zo zielsgelukkig mee, dat hij het liefst tien keer op en neer vaart met Pluk. Gratis en voor niets. Of Pluk maar ergens naar toe vaart waar hij maar heen wilt.

Pluk moet echt alleen naar de overkant en hij heeft ook nog eens haast. De wolf vindt het niet erg. Als een lieve, trouwe hond zal hij op Pluk blijven wachten, Pluk heeft immers gezegd dat hij morgen weer terug komt.

Metafoor

Met deze Heen en Weerwolf stond Annie M.G. Schmidt aan de wieg van een de meest prachtige en gelaagde personages uit de Nederlandse literatuur. In mijn optiek dan. Aan de buitenkant en als je de geruchten moet geloven is de wolf een enge, onbetrouwbare, ongrijpbare figuur. Een wezen dat je beter kunt vermijden. Mensen zijn als de dood voor hem. En toch, als je dichterbij komt en zijn vertrouwen wint, blijkt hij juist een diep emotioneel en gevoelig wezen te zijn, dat simpelweg verkeerd begrepen wordt. 

Angst voor afwijzing (RSD)

De symboliek achter het gedrag wat we zien bij de wolf is bijna niet uit te leggen als je zelf niet kampt met Anxiety, Neurodivergentie en/ of de angst voor afwijzing. Bij de Heen en Weerwolf zien we dat hij zo gewend is om afgewezen te worden, dat hij al niet meer uitgaat van iets anders dan afwijzing.

De extreemste vorm van Angst voor afwijzing noemen we Rejection Sensitive Dysphoria (RSD) en deze komt voornamelijk voor bij mensen met Autisme en ADHD. RSD is niet ‘een beetje bang om afgewezen te worden’. Het is de hartgrondige, fysiek aanvoelende Grote Angst voor afwijzing. Neurodivergente mensen passen niet in ‘het plaatje’ met hun ‘Stoornis’, hetgeen betekent dat ze hun hele leven al om welke reden en op welke manier dan ook (subtiel en minder subtiel) worden afgewezen, buitengesloten, weggepest, of gedemoniseerd. Afwijzing is voor ons (ik maak deel uit van deze groep, het is dus ook een persoonlijk verhaal) gemeengoed geworden. Zo normaal dat we er al bij voorbaat van uitgaan dat we weer zullen worden afgewezen. In welke vorm dan ook.

De vreugde van acceptatie

In het boek zien we iets heel bijzonders gebeuren als Pluk de volgende dag daadwerkelijk terugkomt bij het water. Daar ziet hij het al van verre: De wolf op zijn bootje, driftig roeiend naar Pluk toe. De wolf staat te springen en zwaait en is zo ontzettend blij. Dolgelukkig dat Pluk toch nog komt voor de terugtocht, heeft de wolf een grote verrassing voor Pluk georganiseerd. Hij heeft zijn hele veerpontje versierd met bloemen om de overtocht van Pluk nog mooier en fijner te maken.  Wat een prachtige symboliek laat Annie M.G. Schmidt hier zien! Want de twijfel en angst die de wolf altijd voelt, worden overspoeld door pure blijdschap over de bevestiging dat er dus wel iemand is die hem accepteert en waardeert voor wie hij is! En dat hij in die wetenschap veilig is. 

Het spanningsveld

Even later -als de Wolf Pluk overzet in zijn veerpontje- raakt de wolf  erg teleurgesteld als hij Pluk niet helemaal naar Duitsland mag varen. In zijn ongebreidelde enthousiasme heeft de Heen en Weerwolf niet alleen zijn bootje versierd voor Pluk, maar ook plannen bedacht om met Pluk helemaal naar Duitsland te varen. Maar Pluk heeft hier geen tijd voor! Hij moet immers de dieren redden en heeft haast! De Wolf gaat vervolgens mokken en weigert verder te varen. Pas als Pluk hem bevestiging geeft door te zeggen dat hij iedereen zal vertellen over de lieve wolf en zijn geweldige veerpontje, vaart de wolf weer verder.

Dit is geen manipulatie van de wolf, hoewel dit wel zo ervaren en geduid kan worden. Het is zijn diepgewortelde onzekerheid en de hartgrondige wens om zich geaccepteerd te voelen, zodat hij letterlijk deel kan uitmaken van de maatschappij.

Het spanningsveld wat we hier zien is dus zeer gelaagd: De Wolf is zijn hele leven al afgewezen door de hele wereld en is gaan geloven dat hij het niet waard is. Het lijkt een boze, angstaanjagende en gevaarlijke figuur. Als er dan toch iemand is die hem lijkt te waarderen voor wie hij is (een Heen en Weerwolf!), dan komt het beste in de Wolf naar boven. Deze persoon krijg dan de VIP-treatment en de wolf is bereid om alles voor diegene te doen. Maar de angst voor afwijzing en het diepe verlangen om erbij te blijven horen, gewaardeerd te zijn en zich veilig en erkent te voelen speelt de Wolf parten. Dit zie je duidelijk als hij gaat mokken en weigert verder te varen. Pas als hij wordt gerustgesteld door Pluk (de externe factor die de Wolf veiligheid en erkenning biedt), komt de Wolf weer in beweging.

Mijn eigen ervaring met RSD

Deze hele dynamiek raakt mij als Neurodivergent persoon met een extreme vorm van RSD enorm. Tot tranen toe. In vele situaties in mijn leven zie ik mijn gedrag in deze dynamiek weer terugkeren. En het gaat ook niet weg. Gelukkig ben ik steeds beter in staat om het monster in de bek te kijken.

Omdat ik de afgelopen weken juist extra pijnlijk met mijn neus op de RSD-feiten wordt gedrukt vanwege dating-perikelen, wilde ik ook graag weten wat nou de ins en outs zijn ervan. Het probleem is alleen dat ik zo verweven ben met mijn RSD dat ik niet weet waar het hier gaat om dat ik echt word afgewezen, waar ik een rot persoon ben, of waar ik reageer op mijn eigen Self Fulfilling Prophesy (waarbij je krijgt wat je denkt én verwacht) en de boel terroriseer met mijn eigen angstige gedrag… (Net als de mokkende Heen en Weerwolf die passief agressief met zijn hakjes in het zand gaat. Niet omdat het een rotbeest is, maar omdat hij bang is om WEER buiten de boot (pun intended) te vallen. Buiten die boot van acceptatie, erbij horen, van mensen die samen een gemeenschap vormen waar hij altijd buiten valt.)

Herkenning, erkenning

Ik weet zeker dat ik niet de enige ben met deze (onbewuste) herkenning van mezelf in dit personage. Wij zijn de Heen-en-Weerwolf in onze beleving: we voelen ons anders, met een angst dat anderen ons zien als ‘te veel’ of ‘vreemd’. Mensen die zich niet automatisch geliefd en geaccepteerd voelen, maar altijd nét even harder moeten werken om sociale interacties aan te gaan. En we hebben de deksel zo ontzettend vaak op onze neus gekregen, dat we voorzichtig zijn, behoedzaam en mensen niet snel dichtbij laten komen.

Diepste verlangen

De Heen-en-Weerwolf symboliseert ons verlangen naar erkenning en liefde. Niet op een oppervlakkige manier, maar op een diepe, allesdoordringende manier. Een wijze waarop we ons hele hart en ziel in elke interactie stoppen. Niet een beetje, maar alles of niets. En dit gaat diep en kenmerkt ons verlangen naar waardevolle verbinding met anderen. De wolf versierde zijn bootje niet alleen met bloemen, omdat het er leuk uitzag. Het symboliseerde zijn hoop en diepste wens om te laten zien dat hij geen angstaanjagend monster is, maar een liefdevol dier die kwetsbaar, zachtaardig en behulpzaam is. Zijn bloemen waren een symbool om Pluk te laten zien hoezeer hij hem waardeerde.

Het verhaal is nog niet klaar

Maar het verhaal is nog niet klaar. Want als de Heen en Weerwolf zich alleen maar blij en goed kan voelen als hij aandacht, erkenning en waardering krijgt van de buitenwereld, dan is hij bezig om zijn zelfbeeld af te laten hangen van de mening van anderen. Dit is ook weer zo’n spanningsveld. We willen er allemaal bij horen. Maar ten koste van wat? In hoeveel bochten moeten we bereid zijn om onszelf te maneuvreren voor liefde en erkenning?

Wie wijst wie nou eigenlijk af?

En daarnaast: wie zegt dat RSD niet eigenlijk de diepe, onbewuste afwijzing is van onszelf? Dat we ergens niet genoeg zelfliefde, zelfacceptatie en zelfwaardering hebben om de ups en downs van het leven en de reactie van de wereld op ons te navigeren? Wat als de oplossing zit in het omarmen van onszelf?

De lieve Heen en Weerwolf wacht misschien met verwachtingsvol kloppend hart op erkenning en waardering van de mensen die hem hopelijk gaan inzetten als Veerpont-wolf. Of hij blijft stilletjes wachten tot Pluk weer terugkomt, zodat hij weer voelt dat er ten minste iemand van hem houdt.

Ik zie en voel dat. En snap hierin ook mijn eigen uitdaging. Om niet te gaan zitten wachten op erkenning, waardering, acceptatie en liefde van buitenaf, maar te weten en te voelen dat ik al helemaal ok en heel ben in mezelf.

Geen monster

De wolf is geen monster. Hij is gewoon zichzelf. En ik ben ook geen monster. Ik ben ook gewoon mezelf. Net zoals wij allemaal gewoon onszelf mogen zijn en onszelf daarin mogen liefhebben voor wie we zijn. Daar hebben we geen externe partij voor nodig. Want we zijn al liefde. 😍

 

Dit is mijn eerste aanzet om RSD op de kaart te zetten. Het is een complex onderwerp waar nog nauwelijks onderzoek naar is gedaan. Maar ik ben ervan overtuigd dat RSD een van de meest beladen, verlammende en onbegrepen aspecten van neurodivergentie is.

Dus: dit was een eerste blog. Maar zeker niet de laatste 😊

Liefs, Tanja

p.s. Herken je jezelf in dit artikel en de metafoor van de Heen en Weerwolf? Laat dan een reactie achter hieronder. Ik vind het erg leuk om van je te horen! 

Tekeningen bij dit artikel zijn de originele tekeningen van Fiep Westendorp uit het boek ‘Pluk van de Petteflat’ van Annie M.G. Schmidt

Neurotype, Neurotypisch, Neurodivergent, Neurodivers: vier termen die door elkaar gegooid worden

Neurotype, Neurotypisch, Neurodivergent, Neurodivers: vier termen die door elkaar gegooid worden

pe, Neurotypisch, Neurodivergent, Neurodivers:

De vier begrippen die regelmatig door elkaar worden gegooid

Vaak (echt heel erg vaak) lees ik dat deze vier termen verkeerd worden gebruikt. Zelfs binnen onze eigen community (Autisme, ADHD, etc) zie ik dat Neurotype en Neurotypisch en Neurodivergent en Neurodiversiteit door elkaar worden gehaald. Dit wel een beetje een doorn in mijn Autistische oog. Te meer, omdat ik het belangrijk vind dat er letterlijk meer begrip komt voor de werking van ons brein, de verschillende manieren waarop informatie- en prikkelverwerking plaats vindt in ons brein en hoe we gebruik kunnen maken van onze verschillen.

Tijd -vond ik- om de begrippen eens helder uit te leggen, zodat altijd terug gegrepen kan worden op deze blog, zo nodig! 

1. Wat is een Neurotype?

Een Neurotype is simpelweg het type brein dat we als mens hebben. Eigenlijk net zoals we een bloedgroep hebben, hebben we ook een Neurotype. Het beschrijft de manier waarop ons brein informatie en prikkels verwerkt, denkt en functioneert.

Dat betekent dus simpelweg dat iedereen een eigen Neurotype heeft. Of je nu Autistisch bent, ADHD hebt, een ‘regulier’ functionerend brein hebt, hoogsensitief bent, of misschien last hebt van angst of trauma—het zijn allemaal variaties binnen het menselijk brein.

💡 Denk aan een neurotype als een ‘breinprofiel’. Net zoals er verschillende persoonlijkheden zijn, zijn er ook verschillende soorten breinen.

2. Wat betekent dan Neurotypisch?

En hier begint meestal meteen de verwarring! Neurotypisch betekent niet ons Neurotype….dus dat we ‘een bepaald soort brein’ hebben, zoals hierboven beschreven. Neurotypisch betekent dat je valt binnen de neurologische norm van de maatschappij.

Een Neurotypisch persoon heeft een brein dat overeenkomt met de cognitieve en sociale verwachtingen van de samenleving. Informatie (en prikkels) wordt op een manier verwerkt die als ‘standaard’ wordt gezien, waardoor er minder of geen aanpassingen gemaakt hoeven te worden, omdat de wereld voor hen is ingericht en uitgerust.

Voorbeeld: Iemand die geen moeite heeft met sociale signalen, flexibel kan omgaan met veranderingen, geen sensorische overprikkeling ervaart en zich makkelijk aan structuren en verwachtingen aanpast, wordt Neurotypisch genoemd.

💡 Neurotypisch betekent niet per definitie ‘vrij van mentale problemen’! Een Neurotypisch persoon kan bijvoorbeeld wél last hebben van angststoornissen, depressie of trauma. Maar dat maakt hen niet per definitie Neurodivergent.

3. En wat houdt Neurodivergent in?

Hier komt de tegenhanger van Neurotypisch: Neurodivergent. Dit betekent dat je een Neurotype hebt dat afwijkt van de neurologische norm. Je brein werkt op een fundamenteel andere manier dan de standaardverwachtingen van onze hedendaagse maatschappij.

Neurodivergent zijn omvat bijvoorbeeld:
✔ Autisme
✔ ADHD
✔ AuDHD (combinatie van autisme en ADHD)
✔ Hoogbegaafdheid
✔ Dyslexie en Dyscalculie
✔ Tourette
✔ Andere aangeboren neurologische verschillen

💡 Een Neurodivergent brein functioneert anders en verwerkt informatie en prikkels op een manier, die ervoor zorgt dat de omgeving soms overweldigend, verwarrend of beperkend kan zijn/ worden ervaren.

POV: Neurodivergent zijn is GEEN stoornis. Het is een variatie op hoe een brein functioneert, net zoals linkshandig zijn een variatie is. De maatschappij heeft echter systemen gebouwd die grotendeels alleen aansluiten bij Neurotypische mensen, waardoor Neurodivergente mensen vaak worstelen met ‘passen binnen het systeem’.

Mooi voorbeeld is dan bijvoorbeeld hoe het voor linkshandigen lastig is om een schaar te hanteren, omdat deze gemaakt zijn voor rechtshandigen. Zo is onze maatschappij (schoolsystemen, werk en werkplekken, etc) gebouwd voor de Neurotypische mens. 

4. Wat betekent Neurodivers? (En hoe verschilt het van Neurodivergent?)

Neurodiversiteit is het concept dat verschillende Neurotypes een natuurlijke en waardevolle variatie zijn binnen de mensheid.

In plaats van Neurodivergentie als een afwijking of een stoornis te zien, erkent Neurodiversiteit dat verschillende breinen bestaan en dat deze diversiteit juist waardevol is. Een mooie vergelijking in deze zin vind ik een belangrijke gebeurtenis die in 1973, mijn geboortejaar, plaats vond. Er kwam een nieuwe editie uit van het Pyschiatrisch Handboek (de DSM) waarin homoseksualiteit niet meer als ziekte/ stoornis (homofilie), maar als seksuele diversiteit gezien werd. Bizar idee, toch? Dat een normale diversiteit als homoseksualiteit toen als stoornis gezien werd? Hopelijk gaat dit ook gebeuren voor onze Neurotypes. Dat we erkennen dat we allemaal neurodivers zijn en onze diversiteiten gevierd mogen worden, in plaats van als stoornis worden omschreven in Psychiatrische Handboeken.

💡 Een Neurodiverse groep = een groep met verschillende Neurotypes.
Bijvoorbeeld, als je een groep hebt waarin zowel autistische, ADHD’ers als Neurotypische mensen zitten, dan is dat een Neurodiverse groep.

💡 Maar: Een individu kan niet ‘Neurodivers zijn’, een groep wel! Je bent Neurotypisch of Neurodivergent, maar niet Neurodivers. De term ‘Neurodivers’ verwijst namelijk naar de diversiteit tussen verschillende breinen.

 

Samenvattend betekenen deze vier termen:

 
Neurotype: Het soort brein dat je hebt (iedereen heeft een Neurotype).
Neurotypisch: Mensen wiens brein binnen de neurologische norm valt.
Neurodivergent: Mensen wiens brein afwijkt van de norm (zoals autisme, ADHD, dyslexie).
Neurodivers: Het concept dat verschillende Neurotypes bestaan en waardevol zijn.

Waarom is het belangrijk om dit te begrijpen?

Omdat deze termen vaak verkeerd worden gebruikt, wat kan leiden tot misverstanden. Veel mensen denken bijvoorbeeld dat ‘Neurotypisch’ betekent ‘geen mentale problemen hebben’ (wat niet klopt), of dat ‘Neurodivers’ betekent ‘een individu met een ander brein’ (terwijl het juist gaat over de diversiteit tussen verschillende neurotypes).

Door deze begrippen uit te leggen en helder te krijgen, kunnen we Neurodivergente mensen (zoals ikzelf) beter begrijpen, ondersteunen en erkennen als volwaardige, waardevolle individuen—zonder ‘ons’ te labelen als ‘afwijkend’ of ‘defect’.

Neurodivergentie is geen tekortkoming. Het is een andere manier van zijn. En dat mag gevierd worden.

Wil je meer lezen over neurodivergentie, ADHD, autisme en hoe ons brein werkt? Blijf dan hangen, want ik heb nog veel meer interessante blogs op de planning staan! 😍

Liefs, Tanja

p.s. Ik heb deze blog zelf geschreven, maar hulp gekregen van ChatGPT bij het goed omschrijven van deze termen. En de foto… ach… het Schaap doet ook gewoon z’n best moet je maar denken! 🙂

 

Waarom een rustig wellness-weekje mijn AuDHD-hoofd volkomen ontregelde

Waarom een rustig wellness-weekje mijn AuDHD-hoofd volkomen ontregelde

Waarom een rustig wellness-weekje mijn AuDHD-hoofd juist ontregelde

 

Schrijven om mijn gedachten te ordenen

Tien blogs schreef ik in januari. En hoewel de maand februari nog jong is, heb ik er nu ook alweer een stuk of vijf, zes. Maar ze staan digitaal op computer en telefoon, stilletjes, ongelezen en onzichtbaar, wegkwijnend in diverse Word-documenten.

En het is niet dat ik niet schrijf. Integendeel. Schrijven is wat ik doe, hoe ik adem. Ideeën genoeg, gedachten in overvloed. Mijn brein is een kluwen veel te bont gekleurde wol, die onophoudelijk door mijn hoofd buitelt. Er is geen writers block, geen gebrek aan inspiratie. Ik weet niet eens of er iets is wat ik interessanter vind dan filosoferen, contempleren, analyseren, redeneren en delen. Maar toch, de blogs blijven daar stil staan, niet gepubliceerd. Ik blijf schrijven, maar ik deel niet. Waarom?

Midweekje rust….

Misschien omdat alles op dit moment voelt als een chaos. Alsof ik ren, maar mijn hoofd niet kan volgen. En dat is vreemd. Ik heb net een midweek in mijn eentje (nou ja, bijna dan❤️) in een houten huisje in het Overijsselse bos gezeten, tussen de eekhoorns, vogeltjes en naaldbomen. Ik had er zo naar uit gekeken! En genoten heb ik. Als ik ’s ochtends de gordijnen open deed, zag ik de eekhoorns spelen op het dak. De vogels om het huisje trippelen, heerlijke lange Spa-sessies in de Wellness, zwemmen, dansen in de woonkamer, lezen bij het haardvuur en ontspannen liggen in de Zoutgrot.

…Brein in overdrive

Et ergo….. als er IEMAND een rustig en geordend hoofd zou moeten hebben op dit moment, dan ben ik het wel. Ik ben amper 48 uur thuis en het voelt alsof mijn gedachten alle kanten opschieten, ongecontroleerd en ongefilterd. Alsof mijn brein in overdrive is geschoten en er geen bomen meer tussen het bos te onderscheiden zijn.

Mentale hoarder

Ik ken dit gevoel maar al te goed. De mentale hoarder in mij heeft weer te veel verzameld. Ideeën, plannen, taken, herinneringen, vraagstukken, onafgemaakte projecten, ‘oh ja dat moet ik nog doen’-lijstjes. Het stapelt zich op tot een ontploffingsgevaarlijke berg. En het bizarre is: het was juist de pauze, de verandering van ritme, die dit veroorzaakt heeft.

Paradox

Dit is het paradoxale aan mijn AuDHD-brein. Waar een Neurotypisch iemand na een paar dagen rust opgeladen terugkeert in het dagelijks leven, raakt mijn brein juist ontregeld door het wegvallen van structuur. Een weekend of midweekje weg voelt heerlijk, maar zodra ik terugkom, overspoelt de realiteit me als een golf die ik niet zag aankomen.

Mijn belastingen zijn te laat (weer een boete), mijn auto moet naar de garage (bijna boete), ik vergeet afspraken, ik loop achter met mijn dagelijkse dingetjes en de stapel ongeopende post ligt er nog steeds. En nog erger: ik ben totaal uit mijn ritme. Mijn vaste houvast van mijn rondje wandelen, sporten, mediteren en werken/ studeren is verdwenen. En zonder die structuur ben ik een hoofd op pootjes geworden, een brein zonder filter.

Ik wil wel, maar het lukt niet

Het probleem is niet dat ik niet wil. Het probleem is dat mijn brein overloopt. Te veel input, te veel onafgemaakte zaken, te veel ruis. Het voelt alsof ik tegelijkertijd in een wervelstorm van gedachten sta en tegelijkertijd verlamd ben, niet in staat om een eerste stap te zetten.

En dat is nu precies waar het AuDHD-paralysismechanisme om de hoek komt kijken. De prefrontale cortex, het deel van het brein dat helpt bij plannen, organiseren en filteren, raakt overbelast. En in plaats van dat ik gestructureerd alles afwerk, schiet mijn brein in een freeze-modus. Ik weet niet waar te beginnen, dus begin ik nergens en blijf ik belly-up steken in piekermodus.

De oplossing

Wat ik moet doen? Opruimen. Zowel in mijn fysieke omgeving als in mijn hoofd. Mentale bullshit elimineren. Prioriteren, dus kiezen welke gedachten en taken mijn aandacht waard zijn, en welke slechts achtergrondruis zijn. Maar bovenal: Terug naar mijn basis. Structuur, ritme, beweging. Niet wachten tot de chaos zich vanzelf oplost, want dat gebeurt niet. Terug naar de simpele dingen die mijn brein helpen reguleren. Wandelen. Mediteren. Sporten. Schrijven, maar dan zonder te verdrinken in de kluwen veelgekleurde wol in mijn hoofd.

Dopamine genereren

Maar bovenal: Huppetee in de actie-modus! Schoentjes aan en wandelen. Dit blogje soort van redigeren, Franse slag SEO’en, fotootje erbij zoeken en publiceren. Afwasje doen, stofzuiger door mijn huis halen en de laatste vakantiewas opvouwen. Het lijken onbeduidende acties, maar ze zetten dat ene neurotransmittertje op AAN die ik heel erg hard nodig heb om mezelf weer op een samenhangend rijtje te krijgen. Hoera voor Dopamine!

Met Dopamine uit AuDHD-freeze

Dopamine is de brandstof die mijn brein nodig heeft om uit de freeze-modus te komen. Die AuDHD-paralysis is een neurologische kortsluiting waarin de prefrontale cortex te weinig dopamine krijgt om een taak op te starten. Actie, hoe klein ook, creëert dopamine en zorgt ervoor dat de machine weer begint te draaien. Het zet een kettingreactie in gang. Kleine successen geven mijn brein het signaal: hé, we zijn in beweging, laten we doorgaan!

Kleine stapjes de chaos uit

Dit is hoe ik mezelf terugbreng naar de basis. Niet door te wachten op motivatie, niet door te hopen dat de mist vanzelf optrekt, maar door gewoon te doen. Eén kleine stap tegelijk. Totdat de storm in mijn hoofd gaat liggen en ik weer helder kan denken. Totdat ik me niet langer overweldigd voel, maar weer grip heb op mijn eigen gedachten.

Geen controle, geen perfectie

Ik hoef geen controle over alles te hebben. Ik hoef alleen te beginnen. En de eerste stap is deze blog online 😊 Niet perfect. Verre van. Ik vind de blog nog steeds warrig. Maar dat ben ik ook vandaag. So the fawk be it!

Liefs, Tanja

p.s. Heb jij ervaring met een hoofd propvol gedachten? Of averechts werkende vakantietripjes? En heb jij tips en adviezen? Deel ze gerust in de comments.

Autisme in een absurde wereld: Beperking of kracht?

Autisme in een absurde wereld: Beperking of kracht?

Autisme in een absurde wereld: Beperking of kracht?

Binnen de autisme-community woedt al jaren een intens debat: is autisme een beperking of niet? Als ik eerlijk ben, vind ik dit een ontzettend ingewikkelde vraag. Mijn gedachten hierover schieten alle kanten op en ik merk dat ik er niet één kant-en-klaar antwoord op heb. Misschien is dat ook precies waarom dit onderwerp zoveel discussie oproept.

Ben ik autist of heb ik autisme?

Laten we beginnen met iets eenvoudigs – of nou ja, eenvoudigs? Het gaat om de vraag: zeg je dat je autist bent, of dat je autisme hebt? Zelf zeg ik liever dat ik autisme heb. Dit is vooral omdat ik mezelf niet wil reduceren tot één eigenschap. Er is zoveel meer dat mij definieert dan alleen mijn autisme. Ik ben ook moeder, creatief, kleurrijk, nieuwsgierig, en ga zo maar door. Maar tegelijkertijd voelt autisme wel als een belangrijk deel van mijn bestaan, alsof het in elk vezeltje verweven zit.

Ik begrijp het ook heel goed als iemand zegt: “Ik ben autist.” Voor hen is dat juist een manier om hun neurodivergentie volledig te omarmen. Misschien zit het verschil wel in hoe we naar identiteit kijken. Ik zie ‘identiteit’ als iets groters dan autisme alleen. En eerlijk gezegd speelt bewustzijn (of gewoon mijn manier van tegen het Zijn aankijken) hier voor mij ook een rol. Als ik geloof dat ik in essentie bronenergie ben – iets oneindigs, iets dat alles omvat – dan is het logisch dat ik mezelf nooit volledig zou willen definiëren door één term (Of dat nou miijn gender, mijn cultuur, huidskleur of mijn neurotype is).

Is autisme een beperking?

En dan komt die andere lastige vraag: is autisme een beperking? Voor mij is het antwoord: ja, in deze maatschappij wel. Dat is niet omdat ik mezelf beperkt voel door hoe mijn brein werkt, maar omdat ik vind dat de wereld om me heen op zoveel manieren niet geschikt is voor mensen zoals ik. De maatschappij is luid, snel, overprikkelend, vol eindeloze eisen en verwachtingen en met een eindeloze stroom aan constante informatie. Het schoolsysteem verwacht dat je urenlang stilzit en luistert. Het werkleven draait om sociale flexibiliteit en productiviteit…. echt alles vraagt iets, vaak meer dan je kunt geven.

Ik denk wel eens: hoe zou mijn leven eruitzien in een andere tijd, in een andere wereld? Een wereld waarin de dagen simpeler waren, waarin we leefden in kleine gemeenschappen, in harmonie met de natuur. Misschien was mijn autisme daar geen beperking geweest, maar juist een kracht. Misschien waren er toen wel meer mensen zoals ik, en waren onze eigenschappen normaal in plaats van afwijkend. Het is een gedachte die me troost biedt, te meer omdat ik (net zoals zoveel autisten) ontzettend hou van de natuur en de kalmte die het brengt.

Een absurde wereld

Zodoende vraag ik me af of het niet gewoon onze moderne maatschappij is die het echte probleem is. Alles wat we nu als ‘normaal’ beschouwen, voelt voor mij vaak juist als volledig abnormaal. Ons voedsel is geen voedsel meer, maar vulsel. Ziekten worden niet genezen met gezond verstand, maar met medicatie die vaak meer kwaad dan goed doet. Het schoolsysteem is een fabriek, gericht op het produceren van brave, gehoorzame werknemers. Is het dan gek dat mensen zoals ik zich beperkt voelen in deze wereld?

Misschien is dan de echte vraag niet of ik een beperking heb, maar of de wereld om me heen beperkt is – beperkt in haar vermogen om ruimte te maken voor verschillen. En vooral zo ver af gegleden van de normale, natuurlijke wetmatigheden dat wat krom is nu recht wordt gepraat. Alsof de wereld van nu ‘normaal’ is…. Uuugghhh (Ja dat geluid maak ik echt 😉 )

Een wereld vol aanpassingen

Dus ja…. ik worstel met hoe wij als mensen leren omgaan met deze abnormale wereld. Neurotypische mensen lijken zich aan te passen aan alles. Maar is dat het? Of hebben zij net zo goed geleerd om mee te gaan in een absurde samenleving? Het voelt alsof het echte ‘normale’ al lang verloren is gegaan, vervangen door een soort aangeleerde overlevingsstrategie. En dan kom ik weer terug bij die vraag: Wat is normaal eigenlijk? Misschien zijn de mensen die we nu ‘neurotypisch’ noemen helemaal niet normaal, maar simpelweg de mensen die het beste kunnen meedraaien (hebben aangeleerd om…) in een systeem dat niet logisch is. Voor mij dan…volledig onlogisch.

De kracht van reflectie

Hoe meer ik hierover nadenk, hoe meer ik me realiseer dat het geen eenvoudige discussie is. Ja, ik heb beperkingen. Dat kan ik niet ontkennen. Maar zijn die beperkingen inherent aan mijn autisme, of komen ze voort uit de wereld waarin ik leef? Misschien is het beide. En misschien is het juist belangrijk om ruimte te maken voor al deze verschillende perspectieven.

Ik weet in ieder geval één ding zeker: ik wil niet dat mijn autisme wordt gereduceerd tot een beperking. Het is zoveel meer dan dat. Het is een andere manier van zijn, een andere manier van denken, voelen, waarnemen. En in een andere context – een andere tijd, een andere wereld – zou het misschien wel helemaal geen beperking zijn geweest.

De dialoog openhouden

Wat ik hoop, is dat we deze gesprekken blijven voeren. Dat we blijven nadenken, reflecteren, en elkaar blijven uitdagen om onze ideeën over autisme – en over de wereld – opnieuw te bekijken. Misschien ligt de waarheid niet in één antwoord, maar in de ruimte tussen alle perspectieven. Tot die tijd blijf ik zoeken, peinzen, en mijn gedachten delen – omdat ik geloof dat daar de echte kracht ligt: in het blijven stellen van vragen.

Vandaar dat ik jou ook van harte uitnodig om hieronder de dialoog aan te gaan. Wat vind jij? Is jouw autisme (of AuDHD) een beperking of kracht (of misschien wel beiden)? En waarom dan?

Liefs, Tanja ❤️

 

 

Wat is synesthesie? Een kijkje in mijn kleurrijke brein

Wat is synesthesie? Een kijkje in mijn kleurrijke brein

Wat is synesthesie? Een kijkje in mijn kleurrijke brein

Al zolang ik me kan herinneren, zie ik kleuren bij letters, cijfers, dagen van de week en maanden. Dit is niet iets dat ik heb aangeleerd of bewust heb bedacht; het is gewoon hoe mijn brein werkt en ik weet niet beter dan dat het er is en altijd is geweest. Voor mij is het volkomen normaal dat woensdag groen is, net als het cijfer 3. Deze ervaringen vallen onder de noemer synesthesie, een neurologisch fenomeen waarbij zintuiglijke ervaringen met elkaar vervlochten raken.

 

Wat is synesthesie precies?

Synesthesie betekent dat het ene zintuig automatisch een ervaring in een ander zintuig oproept. Voor sommigen betekent dit dat ze muziek in kleuren zien, of dat muziek wordt omgevormd in allerlei patronen en kleuren, terwijl anderen smaken proeven bij het horen van bepaalde woorden. In mijn geval ervaar ik onder andere cijfers, letters en woorden als kleuren, wat me helpt bij allerlei dagelijkse activiteiten.

Ik gebruik mijn synesthesie bijvoorbeeld bij hoofdrekenen. Hoewel ik niet bewust optel of aftrek, “zie” ik kleurblokken in mijn brein die zich opstapelen als een soort Tetris-spel. Deze blokken vormen een kleurtoren en die toren vertelt me de uitkomst. Het gebeurt denk ik allemaal in mijn rechterhersenhelft, waar taal en logica geen rol spelen. Ik kan door een winkel lopen, zoals Ikea, en zonder bewust de prijzen op te tellen weten dat het totaalbedrag bijvoorbeeld 310 euro is. Deze “kleurcodes” die mijn brein maakt, zijn onveranderlijk en geven me een gevoel van zekerheid die ik niet anders kan verklaren.

Kleurrijk en creatief

Ik word soms een creatief en kleurrijk persoon genoemd. En kleur is (misschien ook wel vanwege mijn synesthesie) mijn houvast. Als autist vind ik onder de mensen zijn altijd spannend en kleur geeft mij dan rust en houvast. Zo zul je mij altijd gekleed zien met matchende kleuren. Als ik gifgroene enkellaarsjes aan heb, kun je er zeker van zijn dat ik een bijpassende armband of sjaal draag. Dolblij word ik van mensen die ook color-coordinated zijn. Wil je mij blij maken? Draag paarse oogschaduw bij je paarse shirt 😉. Mensen (vrienden en collega’s bijvoorbeeld) deel ik voor mijn eigen gemoedsrust en ontspanning het liefste in in kleurcodes. Gezichten herken ik niet goed en namen onthoud ik niet, maar als ik je geboortedatum, leeftijd, lengte, gewicht en de leeftijden van je naasten weet, dan ontstaat er een voor mij heel geruststellende ‘persoonlijke kleurcode’. Ik heb inmiddels geleerd dat ik niet naar persoonlijke details moet vragen en als ik dat al doe dan doe ik dat ongemerkt, tussen neus en lippen en de details sla ik op.

De link met autisme en hoogbegaafdheid

Synesthesie is zeldzaam maar niet uitzonderlijk. Schattingen over de prevalentie lopen uiteen van 1 op de 2.000 tot 4% van de bevolking. De variatie hangt af van hoe breed het fenomeen wordt gedefinieerd.

Synesthesie komt wel veel vaker voor bij mensen met autisme en hoogbegaafdheid. Het is alsof deze neurotypes een extra dimensie aan waarneming hebben, wat vaak gepaard gaat met een verhoogde gevoeligheid voor details en patronen. En ze kunnen vaak extra verbindingen in hun hersenen behouden. Dit kan bijdragen aan hun vermogen om patronen te herkennen en complexe problemen creatief op te lossen. Synesthesie kan informatieverwerking intuïtiever maken, wat een voordeel biedt bij abstract denken en artistieke expressie.

Superpower

Voor mij voelt het als een soort superkracht (waarvan ik niet wist dat ik die had) die me helpt informatie te ordenen en beter te begrijpen. Het verklaart ook waarom veel synestheten creatief zijn; hun unieke manier van waarnemen opent de deur naar innovatieve en artistieke uitingen. Als jongerencoach had ik enorm creatieve en muzikale synesthetische jongeren onder mijn hoede, waar ik dit fenomeen ook bij gezien heb.

Waarom ontstaat synesthesie?

De precieze oorzaak van synesthesie is nog niet volledig begrepen, maar onderzoekers vermoeden dat het te maken heeft met extra verbindingen tussen verschillende hersengebieden. Bij de meeste mensen worden deze verbindingen tijdens de ontwikkeling “gesnoeid”, maar bij synestheten blijven ze intact. Dit leidt tot een rijkere, meer complexe manier van waarnemen, waarin de zintuigen voortdurend met elkaar in gesprek lijken te zijn.

Wetenschappelijk onderzoek

Er is (toevallig Nederlands) onderzoek dat aantoont dat mensen met synesthesie meer en sterkere verbindingen hebben tussen verschillende hersengebieden. Een studie uitgevoerd door psychologen Romke Rouw en Steven Scholte van de Universiteit van Amsterdam gebruikte diffusion tensor imaging (DTI) om de witte-stofbanen in de hersenen te onderzoeken. Zij ontdekten dat synestheten inderdaad meer verbindingen hebben tussen hersengebieden, wat suggereert dat hun hersenen anatomisch anders zijn dan die van niet-synestheten.

Daarnaast heeft neurowetenschapper Tessa van Leeuwen van de Radboud Universiteit onderzoek gedaan naar synesthesie. Zij ontdekte dat bij mensen met synesthesie de hersengebieden die verantwoordelijk zijn voor verschillende zintuiglijke waarnemingen sterker met elkaar verbonden zijn. Dit verklaart waarom een stimulus in het ene zintuig automatisch een ervaring in een ander zintuig oproept.

Deze bevindingen ondersteunen het idee dat de unieke ervaringen van synestheten voortkomen uit een verhoogde connectiviteit en activiteit tussen specifieke hersengebieden.

De voordelen van synesthesie

Synesthesie biedt praktische voordelen. Het helpt me niet alleen om dingen beter te onthouden, zoals telefoonnummers en geboortedata, maar het maakt ook dat ik vaak intuïtief dingen “weet”. Dit voelt soms als een onverklaarbare zekerheid, maar voor mij is het logisch omdat mijn kleurcodes nooit veranderen. Het maakt mijn wereld kleurrijker, levendiger en, in veel opzichten, eenvoudiger.

Synesthesie is een prachtige herinnering aan hoe divers en uniek het menselijke brein kan zijn. Voor mij is het niet alleen een neurologische eigenschap, maar ook een integraal onderdeel van wie ik ben en hoe ik de wereld ervaar: Als kleurrijke typetje met veel creativiteit, een druk brein en veel fantasie!

 

Ik zou het ontzettend op prijs stellen als je hieronder jouw ervaring(en) zou willen delen met autisme, ADHD, hoogbegaafdheid in combinatie met Synesthesie. Welke vorm jij ook hebt, alle reactie is welkom!

En ook ben je welkom om deze informatie of de afbeelding te delen met bronvermelding.

Liefs, Tanja ❤️

 

× Hoe kan ik je helpen?