Afvallen met ijs! Veganistisch, suikervrij, vetarm, rauw en overheerlijk!

Afvallen met ijs! Veganistisch, suikervrij, vetarm, rauw en overheerlijk!

De hele zomer heb ik me een keer per dag tegoed gedaan aan 1 liter ijs. Meestal voor lunch. Heel decadent zat ik dan in het zonnetje een hele bak ijs weg te werken. Banenenijs, chocoladeijs, rode vruchten ijs met stukjes gedroogde goji bes, kaneelijs met rozijntjes, romig ijs met stukjes noot en cocos, mango citroenijs met sinaasappel… het kon simpelweg niet op. En ook nu de herfst zijn intrede heeft gedaan maak ik nog steeds graag op zonnige dagen een ijsje klaar voor lunch. En omdat dit ijs helemaal gemaakt is van vruchten en geen dierlijke eiwitten en praktisch geen vet bevat, kun je ervan eten zoveel als je wilt. En nog afvallen ook! Graag deel ik een van de ijs-recepten. Dit ijsje van banaan en rode vruchten maakte ik afgelopen week!

Ingrediënten Bananenijs:

  • 1,5 uitgeperste sinaasappel
  • 3 Bevroren bananen (in stukjes ingevroren)
  • Paar stukjes bevroren mango
  • Mespuntje rauw vanille poeder

Ingrediënten Rode vruchtenijs:

  • 1,5 uitgeperste sinaasappel
  • Handje bevroren aardbeien
  • Handje bevroren zwarte bessen
  • Handje bevroren frambozen
  • OF!! Flinke schep gemengde bevroren bosvruchten
  • 2 eetlepels kokosbloesemsuiker of palmsuiker (dit is rauw, plantaardig en zeer laag in Glycemie, oftewel deze suikers worden langzaam in het bloed opgenomen

Bereiding:

Bereid eerst het bananenijs en daarna de rode vruchten in een High Speed Blender met ijsfunctie. Daartoe doe je een scheut versgeperste j’us d’orange in de blender en daarop het fruit. Tijdens het blenden in het handig als je een speciale stamper hebt bij je blender waarmee je de vruchten kan aanstampen.

Doe de verschillende kleuren ijs boven elkaar in een groot glas of klein vaasje en garneer met stukjes noot (ik heb hier stukjes walnoot gebruikt), verse besjes en maak af met een blaadje munt.

Je kunt natuurlijk naar hartenlust variëren met diverse ingrediënten. In plaats van sinaasappelsap kun je ook notenmelk of kokosmelk gebruiken. Een eetlepel cashew- of amandelpasta is ook zalig in het ijs. Zo krijg je meer vet binnen en kun je het ijs als avondeten gebruiken. Why not? 🙂 Toevoegen van notenmelk, kokosmelk of notenpasta is heerlijk en het geeft je ijs een iets romigere smaak. Hoewel ik eerlijk moet zeggen dat ik bananenijs an sich al super romig en verrukkelijk vind!

Eet smakelijk en liefs,

Tanja

 

 

 

 

Deel 33: Morpheus’ koekjes

Deel 33: Morpheus’ koekjes

Ik kijk op het dashboard klokje van mijn Seat Ibiza dat 19.52 uur aanwijst. De zon gaat onder en ik zie boven de uitgestrekte Gelderse velden de grauwe dag plaatsmaken voor een donkerblauwe nacht. Ik heb mijn auto geparkeerd langs het gras van het eerste grote tankstation wat ik op de A28 tegen kwam. Aan mijn rechterhand strekken zich kale velden uit en aan mijn linkerkant staan een aantal vrachtwagens geparkeerd. Bij sommige de cabinelichten aan, terwijl de over de snelweg langsrazende auto’s ook hun voorbij schietende lichten op ons schijnen. Ik ben om zeven uur vertrokken uit Koog aan de Zaan en tot mijn opluchting waren alle files inmiddels opgelost. Nadat we The Matrix hadden afgekeken zijn Jeroen en ik nog even naar de Albert Heijn gelopen en hebben we krieltjes gehaald om af te bakken, een stukje kip voor Jeroen en een vegetarische schnitzel voor mij. Terwijl Jeroen een computerspelletje speelde op de stokoude PC, heb ik het eten klaargemaakt en opgediend met een kleine salade, waarvan ik nog wat ingrediënten over had van de lunch. We hebben eigenlijk een rustige en best gezellige middag gehad met zijn tweeën. In een vlaag van verstandsverheldering heb ik nog een slaapzak en kussen ingepakt, omdat ik niet zeker wist of ik überhaupt nog een hotelletje zou kunnen vinden in de avond om te kunnen slapen. Nu had ik in ieder geval de middelen om het een nachtje in de auto te overleven. Jeroen heeft me even na zeven uur uitgezwaaid en ik ben goedgemutst op weg gegaan naar het oosten van het land.

Omdat ik ontzettend moe ben en mijn ogen bijna dichtvielen tegen de tijd dat ik langs Amersfoort kwam, heb ik besloten te stoppen op deze plek om even te shoppen voor een koffie bij het tankstation. Ik heb mijn auto zo dicht mogelijk bij de ingang gezet, maar voel me toch ergens niet op mijn gemak als ik uit de auto stap en naar de shop loop. Ik weet ook niet wat me te wachten staat als ik de hoek om loop naar de ingang. Het zag er toen ik kwam aanrijden uit als een hedendaags benzinetank station met voor de deur zakken met hout te koop en een paar bossen bloemen en olie voor de motor. Maar als ik de winkel van het benzinestation inloop, zie ik dat het er niet zo nieuwerwets uitziet als gehoopt en het en stuk minder goed geoutilleerd is als tegenwoordig . Toch merk ik een automaat op waar ik een kop koffie met melk tap om deze even later af te rekenen aan de kassa. Ik hoop dat deze kop koffie me genoeg bij mijn positieven brengt om de andere helft van deze reis te kunnen volbrengen zonder in slaap te vallen. Ik wandel met een ferme pas terug naar mijn auto en ik ben blij als ik in alle veiligheid weer plaats kan nemen op mijn stoel. De koffie is erg heet en ik open het handschoenenkastje aan de passagierskant waar in de klep een inkeping zit voor mijn bekertje.

Terwijl ik daar zo rustig zit te wachten tot mijn koffie wat is afgekoeld, leun ik achterover in de stoel en sluit ik mijn ogen. De belevenissen van de afgelopen uren trekken in flarden aan mijn geestesoog voorbij. De Albert Heijn, Het boek over uittredingen, Jeroen en The Matrix. Ik zie Neo, de hoofdpersoon uit die film in zijn wapperende, zwarte, lange jas weg rennen voor de angstaanjagende agenten die achter hem aan zitten. Neo leeft  samen met alle andere mensen op aarde in The Matrix, een droomwereld, bedacht door een computerprogramma. Iedereen denkt dat het dagelijks leven waar zij deel van uit maken helemaal echt is. Zonder twijfel. Net zoals wij denken dat de wereld waarin we leven is zoals ze is. Maar dit blijkt allemaal te berusten op een grote illusie. Neo komt achter het bedrog van de matrix dankzij Morpheus die al tijden op zoek is naar Neo. Morpheus is inmiddels ontsnapt aan het computerprogramma en hij denkt dat Neo de ware is die de mensheid zal kunnen redden van deze matrix. Neo krijgt van Morpheus de keuze om achter de waarheid te komen door middel van het slikken van een rode pil. Hij mag ook kiezen voor de blauwe pil en dan zou hij weer terug gaan naar zijn oude leventje in de matrix. Zijn drang naar het kennen van de waarheid dwingt hem te kiezen voor de rode pil en hij komt er achter dat zijn hele leven berust op een leugen.

Doordat ikzelf in zo’n idiote toestand terecht ben gekomen sinds vanochtend, voel ik enige verwantschap met Neo. Ik weet momenteel ook niet wat echt is en wat niet. Ook al lijkt de wereld die ik nu ervaar hartstikke echt, er zijn zoveel vreemde zaken gaande, dat ik me bijna begin af te vragen wat echt is en wat niet. En puur het feit dat ik me volledig uit het niets ineens bleek te bevinden in een realiteit uit mijn verleden, roept net zo veel vragen op bij mij als bij Neo in The Matrix. Helaas heb ik geen Morpheus bij de hand die me een rode pil aan rijkt waarmee ik kan ontsnappen uit deze matrix van 1999.

Ik adem heel diep in om mezelf een stukje ontspanning te geven en op de langzame uitademing voel ik dat de beelden van deze dag naar de achtergrond van mijn bewustzijn verdwijnen. Ik zucht nog een keer diep en voel de rust van dit moment als een zachte deken over me heen glijden. Hoewel mijn situatie verre van normaal of eenvoudig is, is er in wezen in dit huidige moment niets anders aan de hand dan een jonge vrouw die in een auto zit op de parkeerplaats van een tankstation. Langs de snelweg op een maandagvond in de avondschemer.

Ik heb het gevoel dat ik even ben weggedommeld en kom tot een schok weer bij mijn positieven. Maar ik heb mijn ogen nog niet open gedaan of ik voel dat ik niet meer in de auto zit. De paniek kruipt vanaf mijn voeten naar boven en lijkt even mijn middenrif te verlammen. Dan komt mijn ademhaling weer tot leven en past zich aan aan het gejaagde ritme van het snelle kloppen van mijn hart. Ik durf mijn ogen niet te openen. Heeft iemand mij de auto uit gesleurd, zonder dat ik me daarvan bewust ben geweest? “Syl, open je ogen. Nu!” De stem van mijn eigen geest spreekt me dwingend toe en zodra ik mijn ogen langzaam open, merk ik dat ik in een halfdonkere kamer zit. En tegenover me zit Morpheus uit de film in zijn lange, leren jas. Ik hou van schrik mijn adem in als hij voorover buigt. “Waar ben ik nou weer in terecht gekomen?” Vraag ik me angstig af. Ik wijk terug naar achteren en voel dat mijn rug de leuning van de oude, versleten leunstoel ontmoet waar ik blijkbaar in zit.

“Je hoeft niet bang te zijn, Sylvia. Ik doe je geen kwaad.” De donkere man tegenover me spreekt me met zijn diepe, zware stem kalm toe. “Ik ben hier om je te helpen terug naar huis te gaan.”

“Ik zat in de auto, ik wil terug naar de auto.” Zeg ik met een piepstemmetje die zachter klinkt als dat ik bedoeld had. “Wat doe ik hier? Ik wil weg uit deze film.”

“Sylvia, let op. Ik heb hier twee koekjes. Ze zijn versgebakken en als je ze wilt hebben, zijn ze voor jou.” Morpheus pakt een klein, zilverkleurig blikje van de salontafel die naast ons staat, opent deze en pakt er twee kleine, ronde koekjes uit. Ze zien er uit als een mengeling van zandkoekjes en gezonde havermout koekjes. Ik vergeet even mijn angst als ik de grote, zwarte man voor mij zie met twee kleine koekjes in zijn handen. “Dit is blijkbaar niet de film, anders had hij een blauwe en rode pil uit het doosje gehaald.” Werken mijn gedachte op een analytische manier mee. Ik ga voorzichtig een beetje meer overeind zitten. De geur van verse koekjes bereikt mijn neus en ik snuif onwillekeurig.

“Ze ruiken lekker hè?” Zegt Morpheus. “Het orakel heeft ze speciaal voor jou gebakken.” Ik herinner me het orakel uit de film. Een lieve, wat oudere vrouw, gekleed in een groene jurk. Neo ontmoet haar in haar gezellige keukentje. Zij haalde in de film een schaal met gebakken koekjes uit de oven.

Dan daagt het me plotseling met de helderheid van een opgewreven wijnglas in een vijfsterren restaurant. “Dit is een droom.” Concludeer ik rustig in gedachten. “Ik ben in de auto in slaap gevallen en in een hele lucide droom belandt. Het lijkt gewoon net echt. Maar ondertussen gooi ik alles uit de film door elkaar en heb ik mezelf in de scene van Neo en Morpheus gedroomd.”

“Je droom niet”, vervolgt Morpheus met een ijzingwekkend rustige toon in zijn stem. Ik adem van schrik diep in en houd mijn adem even vast. “Hij heeft mijn gedachten gelezen”, schiet het door mijn hoofd.

“Klopt”, zegt de donkere man vanachter zijn kleine zonnebrilletje, waardoorheen zijn ogen niet te zien zijn. “Dus let goed op wat ik zeg, Sylvia. Als je besluit deze koekjes te eten, zal de waarheid aan je getoond worden. Als je echter besluit ze niet te eten, dan mag je hier de kamer verlaten. Je wordt dan morgen ochtend wakker in je eigen bed, in je eigen jaartal en zult je je van dit avontuur niets herinneren.

Ik open mijn mond een beetje om de lucht waarvan ik het idee heb dat er te weinig van is in deze bedompte kamer, wat meer te kunnen binnen laten. Morpheus heeft hier een goede deal voor me, weet ik. Het niet eten van de koekjes transporteert me meteen terug naar 2014 en laat dat nou precies zijn wat ik wil. Net als bij Neo is echter mijn drang om de waarheid te ontdekken achter mijn avontuur, groter dan mijn wens om naar huis te gaan. Zonder verder na te denken pak ik de twee koekjes uit de handen van Morpheus en prop ze een voor een in mijn mond. Mijn kaken bewegen razendsnel heen en weer en voor ik het weet zijn de koekjes tot moes vergaan. Ik blijf Morpheus met volle mond strak aankijken, maar slik de koekjespulp nog niet door.

“Heel goed, Sylvia”, bast Morpheus langzaam. “Als je de koekjes zo hebt doorgeslikt, volg dan het witte konijn.

Het witte konijn komt ook uit de film, herinner ik me. “Follow the white rabbit”, wordt er tegen Neo gezegd, omdat het witte konijn hem zal leiden naar de waarheid.

Ik voel dat ik ondanks mijn angst voor wat komen gaat, niet in staat ben om dat wat over is van de koekjes langer in mijn mond te houden en de slikbeweging volgt dan bijna onwillekeurig en onverwachts. Ik voel de koekjesmoes door mijn keelgat glijden en op dat moment begin ik te vallen. Dwars door de stoel en de vloer heen. Het lijkt wel of er een luik is opengegaan in de leunstoel en ik pardoes in het luchtledige terecht ben gekomen, terwijl ik met duizelingwekkende vaart blijf vallen.

Met een schok land ik en mijn benen schieten zo ongecontroleerd naar boven dat ik mijn knie stoot. Mijn ademhaling gaat zwaar en ik voel mijn hart tekeer gaan in mijn borstkas. Als ik mijn ogen open, moeten ze wennen aan het halfduister. Ik weet even niet waar ik ben als mijn hersenen zin proberen te geven aan de omgeving. Een tel later, wat lijkt als een eeuwigheid daagt het me dat ik gewoon terug ben ik in de auto. Ik wrijf over mijn pijnlijke knie die ik zojuist tegen de stuurkast heb gestoten. De klok op het dashboard wijst aan dat het 19.59 uur is. De koffie staat nog steeds naast me te dampen op het klepje van het handschoenenkastje. Ik ben echt niet langer dan enkele minuten in slaap gevallen. “Niks aan de hand, vrouw”, zeg ik hardop met vaste stem. “Gewoon een droom. Niks meer, niks minder.” Het gevoel dat deze droom echter en helderder was dan mijn normale dromen blijft desondanks als een irritante gedachte aan een zijkantje van mijn hersenpan haken. Een vervelend gevoel bekruipt me. Ik vind het niet leuk dat ik weer ben weggevallen in iets wat leek op een droom. “Je moet helder blijven, Syl. Wakker. Je moet weg hier uit dit jaar. Deze eeuw.” Spreek ik mezelf dwingend in gedachten toe. Ik heb geen zin en tijd voor dit soort onderbrekingen van datgene wat momenteel het meest lijkt op de werkelijkheid. Maar net als Neo vraag ik me steeds sterker af wat nog realiteit is. En dat benauwd me. Mijn wens om weer terug te keren naar het vertrouwde is vloeit voort uit het idee dat dat de werkelijkheid is. Net zozeer als dat Neo graag terug wilde naar zijn eigen werkelijkheid, zijn leven in de matrix. Maar hij koos voor de rode pil die hem meenam de matrix uit, rechtstreeks naar de echte wereld. En ik at in mijn droom de koekjes op, omdat Morpheus me beloofde dat ik zo de waarheid zou ontdekken. Net als Neo.

Diep in gedachten rijk ik naar de hete koffie. Ik drink voorzichtig uit het kartonnen bekertje en laat de warme koffie weldadig door mij heen stromen. “Een koekje”, zeg ik zachtjes tussen twee slokken door. “Dat lekkere koekje van Morpheus was er wel ingegaan nu zo bij de koffie.” Ik grinnik onwillekeurig bij het idee om dan weer pardoes door de stoel te vallen. Dwars door het wegdek. Mijn fantasie gaat met me op de loop en ik zie mezelf helemaal door de aarde vallen om er in Australië tussen de kangoeroes weer uit de komen. “We doen het maar even zonder magische koekjes, Syl.” Ik drink in een teug de laatste koffie op en klem vervolgens het lege koffie bekertje tussen de passagiersstoel en de handrem. Het is tijd om weer op weg te gaan. Terwijl ik de auto start en rustig de parkeerplaats afrijd richting de snelweg, voel ik de half verborgen waarheden en weggestopte gedachten nog steeds als irritante haakjes zitten. Ergens achterin mijn hersenpan.

 

Lees HIER het volgende deel >>>

 

Copyright © 2016 Tanja Ortmans

Disclaimer: Elke overeenkomst met bestaande personen -in leven of overleden-, gebeurtenissen, plaatsen of entiteiten berust op louter toeval. Alle personages, gebeurtenissen, plaatsen en entiteiten zijn fictief en verhouden zich op geen enkele manier tot een werkelijkheid van bestaande personen -in leven of overleden-, gebeurtenissen, plaatsen of entiteiten.

Photo credits Creative Commons: Photo ‘Cookies?’ by Miriam S (Flickr) edited by Tanja

Jezelf durven zijn als sleutel naar succes

Jezelf durven zijn als sleutel naar succes

 

Valse media

We worden in de media doodgegooid met perfectie, geplamuurd door make-up, belichting en Photoshop. Hele lichamen worden ten behoeve van het showen van de nieuwste modecollectie uit de computer getoverd, zo erkende H& M onlangs. De Kardashians met hun onnatuurlijke wenkbrauwen en opgepompte achterwerken maken een karikatuur van zichzelf en de rest van de westerse vrouwelijke wereldbevolking volgt in hun poging deze excesses te evenaren. Van meisjes en vrouwen wordt verwacht (of ze verwachten van zichzelf) dat ze vlekkeloos door het leven gaan.

Ik wil zelf geen rupsbanden als wenkbrauwen en ik ben van nature al gezegend met een Kardashian bips, maar voorderest laat de heersende schoonheidsmoraal waar meisjes en vrouwen aan worden blootgesteld mij niet onberoerd. Ja ik ben ijdel. En ik heb slechte dagen waarop ik denk: “Ik zie d’r niet uit”. Maar juist doordat ik mij zo bewust ben van al mijn gedachten en onzekerheden rondom het uiterlijk vertoon, ben ik er extra op gebrandt de nieuwe lichting meiden te behoeden voor de idioterie die over ons vrouwen wordt heengestort.

Seksualisering

Ik zie de keiharde seksualisering van vrouwen en de belachelijke beauty standards van ons Westen als een verborgen vorm van onderdrukking van vrouwen. Wij worden stelselmatig klein gehouden en weg van ons stralende zijn. Wij zijn meer dan een uiterlijk. Zo veel meer. Het jonge meisje in de video hieronder snap dit volkomen. Ik was totaal blown away door haar snoeischerpe analyse van iets simpels als de verschillen in opdruk van T-shirts door jongens en meisjes. Dat heeft zij als 8-jarige al heel goed in de gaten.

 

Maar wie zit er dan? Wie is daar? Welke prachtige, stralende, authentieke Godin zit er verstopt in ons vrouwen wiens gedachten over onze zogenaamde imperfecties overuren draaien? Wie komt daar tevoorschijn als we stoppen met piekeren en malen over wie we wensen te zijn en gaan kijken naar wie we nu al zijn? Tot tranen toe geroerd was ik door deze TEDX talk van Caroline McHugh. Op zeer treffende wijze legt zij uit de kunst uit van het jezelf zijn.

Succes en jezelf zijn

Alle succesvolle mensen hebben een ding ontdekt over zichzelf, weet Caroline, nadat ze jarenlang zeer succesvolle zakenmensen heeft gecoacht. Hun geheim is dat ze de unieke gave die ze hebben meegekregen toen ze reïncarneerden in dit leven inzetten om hun doelen te behalen. Deze gave bepaalt niet wat voor werk ze doen, maar hoe ze hun werk doen. Uiteindelijk is onze enige taak op aarde om onszelf te zijn. Zo goed mogelijk. Wat ik persoonlijk van andere succesvolle sprekers leerde was dat het daarnaast zeer belangrijk is om onze unieke gave te delen met anderen. En dat daarin ons succes schuilt als mens.

Caroline vraagt ons in de video een zeer persoonlijke vraag te beantwoorden.

Wie denk jij dat je bent?

Is het zijn van ‘gewoon’ onszelf niet heel erg makkelijk? Of is het juist lastig om erachter te komen wie wij werkelijk zijn? Ik wil je heel hartelijk uitnodigen deze inspirerende speech te kijken van dit unieke persoon. Ik wens voor jou dat je net zo geïnspireerd zal zijn als ik om al al die idiote en onware ideeën die je over jezelf hebt te laten vallen en te omarmen wie jij werkelijk bent. Jij bent uniek!

 

 

In mijn praktijk werk ik als Coach en Integratief Psychotherapeut met mensen die zichzelf kwijt zijn. Die vergeten zijn wie zij ook alweer werkelijk zijn en waarom ze op aarde zijn gekomen. Ik help ze zichzelf weer terugvinden en in hun kracht te gaan staan. Heb je na het lezen van dit blog ook behoefte aan een gesprek, schroom dan niet om mij te bellen. Een eerste intake sessie is altijd gratis! Mijn telefoonnummer is 06 – 28231063.

Liefs, Tanja

Deel 32: Advies voor de toekomst

Deel 32: Advies voor de toekomst

Jeroen heeft de film weer aangezet en we worden eerst getrakteerd op voorstukjes van andere films. Het geeft mij de tijd om nog even na te denken over onze relatie, het huwelijk en de scheiding. Het verbaast me eigenlijk niets hoe eenvoudig het is om ook nu weer te vervallen in ons oude, bekende patroon. Terwijl ik beter weet. Zelfs na al die jaren van ellende. Als een rottende prop afval voel ik de blokkade van onuitgesproken verdriet en ellende in mijn keel zitten. Deze opgestapelde berg is van de Sylvia uit 2014 en zal er toch een keer uit moeten. Ik denk alleen niet dat dit het juiste moment is.

“Nu is nu.” Een stem popt op in mijn hoofd als een duveltje uit een doosje. Dat is waar. Nu is nu. En ik heb het al vaak gehoord. Vele in oosterse filosofie en boeddhisme geschoolde leraren, wijzen er op dat het lijden afkomstig is uit verlangen. Dat kan enerzijds het verlangen zijn dat iets wat je leed geeft verdwijnt of het kan anderzijds het verlangen zijn om iets te hebben wat je niet hebt en waarvan je vermoed dat het je geluk gaat opleveren. In dit moment voel ik het lijden om wat er ooit geweest was tussen Jeroen en mij en waarvan ik denk dat ik het nooit meer terug krijg. De connectie en kameraadschap die er de eerste jaren was. De jaren dat we in het studentenhuis woonden en we elke avond in elkaars armen in slaap vielen. Alvorens uren lang gekletst hebbend over onze dag en het leven. En ik voel ook mijn verlangen om deze vriendschap weer terug te krijgen in het jaar waaruit ik vandaan kom. Ik heb met mezelf afgesproken dat ik niet rust voordat ik dit weer terug heb. En dat doe ik nu al jaren zonder succes. En dat doet me verdriet.

Plotseling besluit ik Jeroen in dit moment om raad te vragen. Het idee is absurd en geniaal tegelijkertijd. Ik verschuif me iets, zodat ik Jeroen kan aankijken, die vervolgens met iets van verbazing in zijn groene ogen terugkijkt.

“Jeroen ik zit ergens mee.” Stoot ik er uit. “Misschien kun jij me helpen”. Vol verwachting wacht ik op zijn antwoord. Hij haalt zijn schouders op.

“Ja best hoor. Wat wil je weten?” Antwoordt hij kalm.

“Nou het zit zo”, begin ik. “Ik heb een collega, Paulien van een andere vestiging.” Breng ik vlot een denkbeeldig personage ten tonele. “Je kent haar niet. En zij heeft grote problemen met haar ex-echtgenoot. En ze vraagt mij steeds om raad, hoewel ik eerlijk gezegd ook niet precies weet wat ik ermee aan moet. En nu dacht ik; misschien weet jij wel raad!”

“Ok, brand maar los,” zegt Jeroen op zijn typische nonchalante manier. Ergens is het wel grappig dat ik hem nu vraag om hulp en een oplossing en dat als ik vroeger ergens mee zat, ik gewoon mijn verhaal kwijt wilde zonder oplossing te krijgen.

“Die Paulien en haar man zijn dus al een paar jaar gescheiden en zij was degene die de stekker uit het huwelijk heeft getrokken. Ze hebben twee kinderen, maar die man die wil niets meer met haar te maken hebben. Zij lijdt daar erg onder, omdat ze het gewoon gezellig wil hebben en een band wil houden met die man. Ook omwille van de kinderen. Ze heeft alles al geprobeerd, maar hij wil simpelweg niets meer met haar te maken hebben. Nu vraagt ze aan mij of ik nog een advies voor haar heb.” Ik zucht en ben erg benieuwd wat Jeroen hierop te zeggen heeft.

“Het lijkt me nogal simpel”, zegt Jeroen zijn schouders optrekkend. “Hij wil geen contact, dus zij zal dat moeten accepteren.”

“Ja maar hij wil geen contact, omdat hij boos is op haar, denkt ze. En ze wil die boosheid wegnemen.”

“Waarom is hij boos op haar dan? Omdat zij wilde scheiden?” vraagt Jeroen.

“Ja ik denk ‘t. En omdat ze verliefd is geworden op een andere man.”

“Dat veranderd de zaak”, zegt Jeroen stellig. “Als er een ander in het spel is, dan heeft hij reden genoeg om boos te zijn. Zij heeft hem dus verlaten voor een ander.” Jeroen poneert zijn woorden meer als stelling dan als vraag.

“Absoluut niet”, zeg ik resoluut terug. “Met die man is het niets geworden en zij wilde daarvoor al scheiden.”

“Waarom deed ze dat dan niet en heeft ze gewacht tot er iemand anders in het spel was?” Jeroen heeft hier een punt, weet ik.

“Omdat ze niet durfde te scheiden. Kijk, getrouwd zijn is ook veilig. Je hebt gezelschap, de veiligheid van het gezin en financiële zekerheid. Alles overhoop halen met het stigma van gescheiden, alleenstaande moeder, kan heel beangstigend zijn, denk ik.” Ik wacht even een tel en vervolg dan. “En toen ze verliefd werd, was het verlangen naar vrijheid groter dan haar angst om de veiligheid te verliezen. Ze wilde het verliezen van deze veiligheid dus riskeren om vrij te zijn. Zoiets.”

“Ik vind het nog steeds geen reden om je man te verlaten voor iemand anders.” Gaat Jeroen stug verder.

“Jeroen!” Roep ik gefrustreerd uit. “Ze verliet hem niet voor een ander, maar omdat ze al heel lang ongelukkig was in de relatie.”

“Waarom heeft ze dat dan niet met hem gedeeld?” Gaat Jeroen rustig verder.

“Dat heeft ze wel en ook meerdere malen proberen te doen. Maar hij wilde niet luisteren.” Ik zucht weer en laat een stilte vallen om Jeroen aan het woord te laten.

“Wilde hij niet luisteren, of dacht zij misschien alleen dat hij niet zou willen luisteren? Kijk, ik bedoel, ik zie ook wel dat er soms iets met jou is, zoals vandaag. Maar als ik er dan naar vraag zeg je ‘Er is niks, hoor.’ Ik vind dat zo’n dooddoener. Mannen merken echt wel dat er wat is met hun vrouwtje. Maar die vrouwtjes die willen er vervolgens niks over zeggen. Dat hoor ik ook van mijn vrienden die een relatie hebben.” Ik weet dat Jeroen hier weer een punt heeft. En ik kijk even naar de grond om mijn gedachten te ordenen.

“Ze heeft al vaak geprobeerd met hem te praten. Maar hij kwam dan gelijk met een oplossing aan, zonder werkelijk te luisteren naar wat zij hem te vertellen had.” Zeg ik dan.

Jeroen krabbelt even over zijn hoofd en haalt dan zijn handen door zijn korte, donkere haren.

“Weet je”, zegt Jeroen na een kleine stilte. “Wij mannen vinden het niet fijn om de problemen van onze vriendin aan te horen. Dat is niet omdat we niet van jullie houden, maar juist omdát we van jullie houden en jullie graag alleen maar gelukkig en blij willen zien. Wij denken dan dat als we een oplossing aandragen, jullie die dankbaar aannemen en het probleem meteen uit de weg is.”

“Ja maar dat is JUIST niet zo, Jeroen!” De heftigheid in mijn stem is opmerkelijk. “Wij willen ons verhaal kwijt bij jullie! Doordat jullie meteen een oplossing aandragen, krijgen wij het gevoel dat jullie mannen geen tijd en aandacht willen nemen om werkelijk te horen wat er scheelt. Wij vrouwen willen geen oplossing! Wij willen een luisterend oor.” Ik gooi het er in een keer uit en de intonatie van mijn stem verraad dat mijn woorden niet alleen bij Paulien vandaan komen. Dat merkt Jeroen op en hij vervolgt lachend:

“Volgens mij geldt dat ook een beetje voor jou, Syl!” Hij knipoogt en ik moet grinniken.

“Ja alles leuk en aardig”, lach ik terug, “maar nu weet ik nog steeds niet wat ik tegen Paulien moet zeggen.”

“Nou dit. Wat wij nu bespreken. Dan snapt zij ook wat er aan ten grondslag ligt. Kijk, het is niet haar schuld of zijn schuld. Het is gewoon zo gelopen en daar kun je nu niks meer aan veranderen. De relatie is over, ze hebben beiden keuzes gemaakt en ze zullen daarmee moeten leren leven.”

“Paulien weigert dus te leven met zo’n kwade, haatdragende ex. Het is ook niet goed voor de kinderen, zijn boosheid.” Zeg ik.

“Maar hoe weet ze dan dat hij boos is? Ze praten nooit en hebben geen connectie meer, zeg je.” Jeroen wacht rustig op antwoord.

“Nou dat vermoed ze, dat ie boos is. Omdat hij altijd zo boos kijkt.” Het klinkt een beetje raar, wat ik zeg. Dat realiseer ik me terdege.

“Ok”, springt Jeroen er gelijk bovenop. “Dus omdat hij soort van boos kijkt, denkt zij gelijk dat het aan haar ligt en dat hij boos op haar is. Die beste man die denkt gewoon: ‘Dat is mijn ex-vrouw, het is over en uit en ik hoef dus ook niets meer met haar te maken te hebben.’ Wat is daar zo moeilijk aan te begrijpen?” Jeroen kijkt me met een stelligheid aan die me verbaast.

“Nou”, ga ik schutterig verder. “Het is toch veel gezelliger om het leuk met elkaar te hebben?”

“Zeg luister”, stoot Jeroen bijna geïrriteerd uit. “Als ze het zo gezellig had en wil hebben, dan had ze niet moeten scheiden. Het is haar keuze geweest, dus moet ze nu niet gaan liggen janken dat het niet meer gezellig is.” Jeroens woorden raken me diep, maar ik voel ook dat hij de kern raakt. Dit is zijn mening. Die is nu van toepassing, dus ook over vijftien jaar. Dit is het en hier zal ik het mee moeten doen. Ik ben even stil en laat op me inwerken wat er gezegd is. Ik ben het niet met Jeroen eens.

“Ook na een relatie, kun je toch gewoon als vrienden met elkaar omgaan?” Zeg ik dan.

“Dat wil hij dus niet, Syl.” Voegt Jeroen buitengewoon nadrukkelijk aan zijn betoog toe. “Wat is daar zo moeilijk aan te begrijpen voor die Paulien?”

“Maar hij loopt haar ook bij iedereen zwart te maken. Dat hoort ze van vrienden en buren. Paulien vindt dat erg lastig en heeft daar echt een probleem mee.” Ik ga als een echte advocaat door met mijn streven om Pauliens standpunt te verdedigen, wat eigenlijk de mijne is. Over vijftien jaar dan wel. Maar toch.

“En dat is het ook precies. Haar probleem! Zij heeft er een probleem mee dat hij zo doet en dat is en blijft dus haar eigen probleem. Daar zal ze zelf iets aan moeten doen.” Jeroen pauzeert even en gaat dan weer verder. “Ze kan drie dingen doen: de situatie proberen te veranderen en volgens mij heeft ze dat al heel lang geprobeerd, de situatie proberen te vermijden, wat een beetje lastig is, omdat ze kinderen hebben samen en ten slotte kan ze gewoon accepteren dat het is zoals het is. Hij wil geen contact buiten waarschijnlijk het hoognodige dan voor wat betreft de kinderen en verder niets. Of hij boos is of niet, of hij roddelt en haar bij de hele wereld en zijn grootmoeder zwart maakt, doet helemaal niets ter zake. Dat is dus zijn probleem waar hij mee moet dealen. Die Paulien moet met haar probleem dealen.”

“Maar ik denk ook dat ze zich schuldig voelt en vanuit dat schuldgevoel de vriendschap weer wil rechtbreien.” Zeg ik terug.

“Ook dat is haar probleem. Zij voelt zich schuldig, dus daarom moet hij maar weer leuk en aardig doen? Daar heeft die kerel helemaal geen zin in. Hij denkt gewoon: ‘Het is over en uit, ik ga verder met mijn leven en die ex die heeft daarin geen plaats.’”

“Maar ze is de moeder van zijn kinderen en verdient ook respect hoor”, ga ik stug verder.

“Respect? Voor wat? Ze heeft ervoor gekozen het huwelijk op te blazen. Hij heeft er geen behoefte aan haar respect te geven. Kom op nou zeg. Dat zou een mooie boel zijn.” Jeroen rolt met zijn ogen en doet dan een zielig vrouwenstemmetje na: “Ja schat, nou ik ben verliefd op iemand anders, dus ik wil van je scheiden, maar ik wil wel graag vrienden blijven en het gezellig houden met je.” Jeroen wappert de woorden weg. “Moet niet gekker worden”, voegt hij er aan toe. “Nee hoor, Syl, zeg maar tegen die collega van je dat ze zich er gewoon bij moet neerleggen. De derde optie dus: accepteren!

En ineens voel ik een gigantisch gewicht van mezelf afvallen. Het is bijna alsof er een molensteen met het formaat van de aarde van mijn schouders af rolt. Een oase van rust komt over me heen. “Ik hoef niks. Helemaal niks. Alles is goed zoals het is. Ik lijd mijn leven en Jeroen de zijne. Ik hoef niets van hem te krijgen. Geen vriendschap, geen respect, geen genegenheid of gezelligheid. En ik kan ook al het proberen los laten. Proberen het hem naar de zin te maken, trachten aardig gevonden te willen worden of mijn best doen iets goed te maken. Het is simpelweg zoals het is en dat is prima.” Die gedachte is ongelooflijk geruststellend. Ik voel dat de grote prop in mijn keel weg is. Het niets meer hoeven en gewoon mogen accepteren van hetgeen er is, is een enorme bevrijding.

“Dankjewel, Jeroen!” Roep ik blij uit. “Weet je, je hebt een geweldig antwoord gegeven!” Jeroen kijkt me een beetje verbaasd aan en fronst zijn wenkbrauwen.

“Ik had juist het gevoel dat je het niet met me eens was.” Zegt hij voorzichtig.

“Dat was ik ook niet. Maar ik realiseerde me dat je wel gelijk hebt. Ze zal gewoon de situatie moeten accepteren, zoals die is. En dat zal ik aan haar doorgeven.” Ik glimlach bij de gedachte dat hij eigenlijk de toekomstige Sylvia advies heeft gegeven over hoe ze met de vijftien jaar oudere Jeroen moet omgaan. Zo heeft het terug gaan in de tijd toch nog voordelen.

 

Lees HIER het volgende deel >>>

 

Copyright © 2016 Tanja Ortmans

Disclaimer: Elke overeenkomst met bestaande personen -in leven of overleden-, gebeurtenissen, plaatsen of entiteiten berust op louter toeval. Alle personages, gebeurtenissen, plaatsen en entiteiten zijn fictief en verhouden zich op geen enkele manier tot een werkelijkheid van bestaande personen -in leven of overleden-, gebeurtenissen, plaatsen of entiteiten.

Photo credits Creative Commons: Photo ‘Peace of mind’ by @Tomert (Depositphotos) edited by Tanja

Deel 31: Smeltende sneeuwpop

Deel 31: Smeltende sneeuwpop

Ik slaak een diepe zucht en glimlach. “Vooruit dan maar. Ik wil hem nog wel een keertje zien.”

“Nog wel een keertje zien? Hij is net uit!” Antwoordt Jeroen.

“Ja natuurlijk, ik bedoelde eigenlijk dat ik hem al die tijd al een keertje had willen zien”, red ik mezelf. Het idee om The Matrix weer te zien spreekt me aan. Het feit dat ik deze gezellig op de bank met Jeroen moet gaan kijken, vind ik dan weer minder. Maar hij heeft zo zijn best gedaan voor mij met de bloemen en de film dat ik het niet over mijn hart kan verkrijgen om nu weg te gaan.

Jeroen zet de televisie en de videospeler aan. Videospeler? Heette dat zo? Tot mijn verbijstering kan ik me niet meer accuraat herinneren hoe je het apparaat noemt dat vroeger video’s afspeelde. Terwijl ik ga zitten op de bank en Jeroen gadesla probeer ik me te herinneren hoe we zo’n ding vroeger noemden. Videorecorder? Ik geloof dat dat het was. Vreemd woord, want volgens mij neemt de machine niets op en speelt ie alleen maar af. Ik sta op om onze bekers thee van tafel te halen en op de salontafel bij de TV te zetten.

“Ik heb ook nog een zakje chips gekocht.” Zegt Jeroen, die nog steeds op zijn hurken voor de videorecorder zit. “Het zit in mijn andere jaszak.”

“Ok”, antwoord ik. “Ik zal het pakken, maar ik heb net gegeten, dus niet zo veel honger.” Zeg ik er achteraan.

Ik loop naar zijn jas, pak het zakje Buggles dat hij heeft gekocht en doe de inhoud in een kommetje. Als we even later op de bank zitten met onze thee en een kommetje chips en Jeroen de video aanzet, lijkt het net als vroeger. Er verschijnt een kleine glimlach om mijn mond als ik me bedenk dat dit vroeger is.

Jeroen slaat zijn arm om mij heen en onbewust krimp ik iets ineen. Het blijft abnormaal voelen om zo close met Jeroen te zijn. Het beeld van een altijd boze Jeroen uit het jaar 2014 met de minachting in zijn ogen, laat me niet los. Onbewust houd ik mijn adem in, want een seconde of twintig later, krijg ik het benauwd en neem ik een grote hap lucht. Ik voel me duidelijk niet op mijn gemak en hoewel Jeroen niet heel erg invoelend is, merkt zelfs hij mijn afwijkende gedrag op. Hij zet de film op stop met de afstandsbediening en draait zich naar me om.

“Wat is met je, Syl? Je bent echt niet in je normale doen en ik heb het idee dat er meer speelt.” Jeroen kijkt me doordringend aan. Het verbaast me. Dit is niets voor de Jeroen die ik al bijna twintig jaar ken. Die Jeroen heeft zich nooit iets bekommerd om gevoelens van anderen. Niet dat hij ongevoelig is, maar hij zal nooit vragen wat er is om daar vervolgens dan ook echt over in gesprek te gaan. Ik kijk hem dan ook vol verbazing aan. Even weet ik niet wat ik terug moet zeggen. “Moet ik de waarheid vertellen?” Vraag ik me in stilte af in dit luttele moment van intens oogcontact. “Heb ik deze man eigenlijk ooit wel eens de waarheid vertelt?” Spookt het dan ineens door mijn hoofd. “Heb ik Jeroen in al die ongelukkige jaren wel eens in alle intimiteit gevraagd naar me te luisteren? Om hem te vertellen hoe ongelukkig ik me voel in de relatie?” Ik weet dat het antwoord nee is. De keren dat ik iets met hem probeerde te bespreken, wimpelde hij me af door gelijk een oplossing aan te dragen. Dat heb ik heel vaak laten gaan en zo zoetjes aan ben ik door de jaren heen gestopt om dingen met hem te delen. Ik heb alles ingeslikt. Elk probleem, alle zorgen, al mijn gevoelens. Niets deelde ik nog met hem de laatste vijf jaar van onze relatie. En als ik iets met hem probeerde te bespreken, was daarvoor geen tijd, moest hij nog wat werk afmaken, stond de X-box snel aan en werd ik afgescheept met het afgezaagde: ‘Het komt wel weer goed, schatje.’ Ik voelde me diep ongelukkig en had tijdens de aftakeling van ons huwelijk langzaam het gevoel dat ik elke dag een stukje meer dood ging. Mijn kaarsje doofde en ik raakte steeds meer geïsoleerd, steeds meer gespannen en werd met de dag gefrustreerder. Mijn frustratie ging over in irritatie en schoot in woede. Ik ben woest geweest op Jeroen. Niets kon hij meer goed doen. Al mijn verdriet die ik voelde door de afstand die er ontstond tussen mij en Jeroen en waar ik naar mijn idee niets aan kon doen, reageerde ik op hem af. In plaats van het probleem benoemen, werd ik boos. Woest. Woedeaanvallen heb ik gehad. Bijna dagelijks, totdat ik murw en stukgeslagen tegen de betonnen muur die Jeroen had opgetrokken, in de zoveelste depressie belandde. Jeroen was op het laatst een ondoordringbare vesting geworden en ik een lamgeslagen vogeltje, afwisselend boos, overspannen en depressief.

De eenzaamheid was misschien nog wel het ergste. Avond na avond zat ik in mijn hoekje aan de keukentafel gepropt tussen koelkast en tafel aan mijn laptopje, terwijl Jeroen luidruchtig aan het X-boxen was. Vrijen deden we niet meer, gesprekken gingen enkel nog over de functionele dingen des levens, over luiers, avondeten en geplande afspraken met familie en vrienden. We waren een volledig geautomatiseerd gegeven geworden met zijn tweeën. Ik voelde me een uitgedroogde druif, een piepklein rozijntje waar alle levenssappen uit weg waren gevloeid. In mijn onbewuste verlangen weer een volle en sappige druif te zijn en met passie te verworden in een overheerlijke rode wijn, werd ik toen halsoverkop verliefd op het eerste manspersoon die me echt aandacht gaf. Waarmee ik kon praten. En die ook nog diepgaand leek te kunnen filosoferen over het leven. Het was een oudere en niet bijster aantrekkelijke man die ik van mijn yogaklas kende. Jeroen was in wezen leuker, knapper en slimmer. Maar Kees gaf me aandacht en hij ontwaakte iets in me dat ik al vele jaren niet meer had gekend. Avond na avond mailde hij me en uren zat ik op mijn computer lange e-mails terug te schrijven, angstig dat Jeroen mijn verliefdheid door zou krijgen. En toen was het op een ochtend zo ver. Net als zojuist vroeg Jeroen me totaal onverwachts en op de man af: “Wat is er toch met je? Je bent enorm afwezig de laatste weken.”

Ik kon me bijna niet voorstellen dat ik nog meer afwezig kon zijn dan ik al die jaren al geweest was. Maar blijkbaar had Jeroen iets van mijn nog grotere afwezigheid opgemerkt. Ik wist al vele jaren dat ik de relatie met Jeroen eigenlijk niet wilde doorzetten. We waren te ver uit elkaar gegroeid. Het feit dat we met geen mogelijkheid nog iets met elkaar konden delen, waar dan ook over, was het eigenlijke probleem. De hartsconnectie die ik elke dag voel met Sasja, de diepe liefde en het zielenpad wat we met elkaar delen, dat is er met Jeroen nooit echt geweest. Ik heb ontzettend veel van Jeroen gehouden en hou nog steeds van hem. Maar het enige wat er na al die jaren was overgebleven als gemene deler was ons aparte gevoel voor humor. Voorderest speelde we vadertje en moedertje en gedroeg Jeroen zich als ondoordringbare vesting en ik speelde de hysterische prinses. Het beeld van Jeroen die zijn muren heeft opgetrokken en totaal niet bereikbaar meer is en ik als volkomen gefrustreerde, boze prinses die probeert de vesting binnen te dringen is humoristisch en tegelijkertijd droevig.

En toen hij op die ochtend vroeg wat er aan de hand was, heb ik hem eerlijk verteld dat ik verliefd was geworden op een ander en wilde scheiden. Dat ik wilde scheiden had ik al veel vaker gezegd en mijn wens om te stoppen met de relatie was al heel lang intens bij mij aanwezig. Ik had het echter nooit aangedurfd. Altijd als ik zei dat ik wilde scheiden, reageerde Jeroen met een: “Als je weg gaat, pak ik de kinderen van je af.” Dat was voldoende motivatie om de patstelling waar we in terecht waren gekomen te laten voortduren. Maar mijn verliefdheid transformeerde mijn grote angst om te scheiden in een verlangen naar vrijheid. Een intense wens om na vele jaren een half leven geleefd te hebben als zombie, de juice van het leven weer door mijn aderen te voelen stromen. En die ochtend maakte ik het uit. En het ging nooit meer aan. Ook niet met de man van yoga. Die verliefdheid was enkel een springplank het huwelijk uit. Het verlangen te ontsnappen was groter geworden dan mijn angst om te blijven. Maar het doet me tot op de dag van vandaag nog steeds ontzettend veel pijn dat Jeroen en ik nooit de connectie hebben kunnen herstellen die er ooit was tussen ons.

Ik pak Jeroens hand beet na al die gedachten die met de snelheid van een Thalys door mijn hoofd heen jagen.

“Lieverd”, zeg ik rustig. “Het spijt me. Het spijt me dat ik afwezig ben. Het spijt me dat ik niet de vrouw kan zijn die ik voor je wil zijn. Het spijt me dat het is zoals het is.” Mijn ogen vullen zich ondertussen met tranen. “Wat hebben deze man en ik elkaar toch aangedaan al die jaren? En wat blijven we elkaar toch aandoen?” Vraag ik me af.

“Waar heb je het over, Syl?” Je doet net alsof alles kommer en kwel is. We hebben het toch goed samen?” Jeroens groene ogen kijken me strak aan. “Wil je het uitmaken?” Ik reageer niet op zijn vraag.

“Jeroen, alsjeblieft. Er is niks. Ik zit gewoon met mezelf overhoop. En ik wil straks even rust. En weg. Snap je dat?” Ik blijf zijn hand stevig vasthouden en kijk hem rustig aan.

“Het is goed, Syl. Het is al goed. Laten we gewoon de film kijken, een lekker chippie eten en dan zien we wel verder, ok?”

Zo ken ik Jeroen weer. Niet doorvragen. Hopen dat alles overgaat. Vanzelf. Zonder rimpeling in het veld des levens. En zo ken ik ook mezelf weer. Niks werkelijk benoemen, dan gaat het over en kunnen we verder tot de orde van de dag. Maar ik weet al dat de toekomst gaat uitwijzen dat de rimpels niet zullen weg gaan en dat de orde van de dag in het water valt. Rimpels komen er steeds meer en meer. Tot dat wat ooit onze relatie was uit elkaar valt als een smeltende sneeuwpop in de lente.

 

Lees HIER het volgende deel >>>

 

Copyright © 2016 Tanja Ortmans

Disclaimer: Elke overeenkomst met bestaande personen -in leven of overleden-, gebeurtenissen, plaatsen of entiteiten berust op louter toeval. Alle personages, gebeurtenissen, plaatsen en entiteiten zijn fictief en verhouden zich op geen enkele manier tot een werkelijkheid van bestaande personen -in leven of overleden-, gebeurtenissen, plaatsen of entiteiten.

Photo credits Creative Commons: Photo ‘Not friends, you and I , not friends’ by Ryan (Flickr)

× Hoe kan ik je helpen?