De sofa zit aangenaam. Ik ben niet groot en het zitvlak van de meeste banken zijn te lang voor mij, zodat ik óf op het puntje van de bank moet gaan zitten, óf als een kind met mijn voetjes in de lucht bengel. Deze zit perfect. Ik steun met mijn rug tegen de leuning en heb mijn benen aangenaam over elkaar heengeslagen. Mijn voeten rusten op het zachte tapijt en mijn de kop thee voelt warm in mijn handen. Terwijl ik het me behaaglijk maak in de salon, bedenk ik me dat september echt zo’n maand is die gewoon maar doet wat ie wil. Net als mei, de maand waar ik gisteren nog in aanwezig was. En voorzichtig vraag ik me af in welk jaar ik morgen zal ontwaken. Behalve het zachte ruisen van de bomen buiten, het knetteren van het haardvuur en het tikken van de ouderwetse klok aan de muur, is er geen geluid. De snelheid en de daarmee gepaard gaande herrie van mijn eigen eeuw zijn hier totaal afwezig. Er is geen smartphone die aangeeft dat er een appje is binnengekomen, er zijn geen geluiden van YouTube beroemdheden en TV’s die door elkaar heen tetteren en andere geluiden die aangeven dat er nieuwe informatie is binnengekomen, in welke vorm of op welk medium dan ook. Wat een rust. Ik zucht eens diep. Net als de lieve dame die vlak bij me zit en wacht op een antwoord.
“Deze boeken heb ik vanmiddag meegenomen van huis.”, vertel ik rustig. “Ik vond ze in een doos. In eentje ervan ben ik al begonnen met lezen. Ik zie aan uw enorme boekenkast dat u ook erg houdt van lezen.” Ik merk dat ik het nog steeds lastig vind om mevrouw Hart werkelijk te vertellen over mijn boeken, laat staan wat ik vandaag heb meegemaakt en stuur de aandacht zo van mezelf weg.
“Het vergaren van meer kennis en informatie is mijn passie. Naast het perfectioneren van het perfect gebakken koekje natuurlijk”, glimlacht ze. “Boeken zijn geweldig. Ik houd van ze. Ik houd van lezen. Ik houd van nadenken. Niet alleen over de inhoud van de boeken, maar over het leven. Ik vertelde je al dat ik professor ben geweest in de natuurkunde, de fysica. Maar wat ik je nog niet vertelde is dat ik de laatste jaren van mijn hoogleraarschap voornamelijk heb onderwezen in kwantumfysica en metafysica. Zegt jou dat iets?” Ze kijkt me aan en ineens zie ik de professor in haar. De denker. Niet meer het koekjesbakkende kattenvrouwtje, maar een mens met een enorme wijsheid en diepgang. Er schuilt hier veel meer onder de laag rokken, truien en fleurige pantoffeltjes.
“Natuurlijk zegt kwantumfysica mij iets, ik ben er zelf ook erg in geïnteresseerd en ik was verheugd te zien dat u zoveel interessante boeken in uw kast had staan. En geweldig dat u hierin hebt lesgegeven.” Ik voel hoe de energie in mij begint te stromen en mijn hart wat sneller gaat kloppen. Dit zou nog eens een heel interessante avond kunnen worden. “Alleen metafysica zegt mij geloof ik niet veel.” Vervolg ik.
“Ah!” Zegt ze met een open en vriendelijk gezicht. “Je hebt al even een kijkje in mijn boekenkast genomen!” Ze neemt een slokje port en schraapt haar keel.
“Kijk”, begint ze, “De natuurkunde, of de fysica, dat is mijn oorspronkelijke vakgebied, waarin ik vele jaren heb lesgegeven. En in de fysica onderzoeken we waarom de wereld is zoals wij deze aanschouwen met onze zintuigen. Dit waarneembare, daar proberen we inzicht over te krijgen met behulp van experimenten die wij uitvoeren. Met deze klassieke natuurkunde onderzoeken we kortweg materie en energie. De metafysica gaat verder, want waar de fysica zich richt op alles dat we met onze zintuigen kunnen waarnemen, kijken metafysici naar hetgeen wat niet zichtbaar is. En daar filosoferen wij over. En hoe ouder ik werd en hoe langer ik lesgaf, hoe meer ik begon te snappen dat k eigenlijk niets weet. Helemaal niets!” Mevrouw Hart gooit haar vrije had in de lucht om haar woorden kracht bij te zetten.
“Ik begon mij vragen te stellen als: Wie ben ik? En wat doe ik hier? Wie ben ik eigenlijk, wat is die ik en is er iets dat groter is dan ikzelf, zoals een God? En wat is tijd nou eigenlijk en zeker in de samensmelting met ruimte? En ik ben ook altijd geïnteresseerd geweest in het vraagstuk ziel. Want wat is de ziel en hoe zit het met de reis van de ziel? En denk ook eens aan iets als vrije wil. Want bestaat dat wel of is alles voorbestemd?” De kleine dame neemt een slokje port en zet het glaasje dan voorzichtig op het zolveren dienblad, gaat wat verzetten en vervolgt haar verhaal.
“Ik begon na te denken over al deze zaken. En ook over kwantum fysica, wat net als metafysica verder gaat dan de reguliere fysica. Maar waar metafysica meer een filosofische stroming is, onderzoekt kwantum fysica ook op zeer wetenschappelijke wijze de fysica op een niveau die niet meer te vatten is in de reguliere fysica. Je zou kunnen stellen dat de reguliere fysica eigenlijk enorm te kort schiet als je onze werkelijkheid door de kwantumfysische bril gaat bekijken. Maar dat kon ik niet te hard zeggen in de academische wereld. Echt, geloof me. De meeste wetenschappers bekijken onze werkelijkheid nog steeds vanuit een klassiek mechanisch kader. Wat je ziet wordt hier als waar verondersteld en wat je niet kunt zien is per definitie niet waar. Alles wordt in- en uit elkaar gezet als het mechaniek van een radio, of een auto, terwijl ik zie en geloof dat de wereld waarin wij leven een veel holistischer karakter heeft, waarin alles met elkaar verbonden is en zo invloed op elkaar uitoefent, hoe vreemd dat ook mag zijn vanuit een klassiek natuurkundig perspectief.” Het hartenvrouwtje heeft haar handen in elkaar gevouwen en kijkt naar het plafond onder het praten. Het is net alsof ze tegen zichzelf praat. Dan kijkt ze mij ineens weer aan.
“Maar dát is niet waar wij het over hadden, dametje. We hadden het over jou en jouw boeken, weet je nog?” Er verschijnt een fonkeling in haar ogen als ze naar me lacht, maar ik realiseer me dat ik veel liever haar brein uit hoor als het gaat om alle verschillende vormen van fysica. Haar kennis en informatie zou me namelijk nog wel eens terug kunnen helpen brengen naar mijn heden. Ik denk terug aan mijn huilbui eerder op de avond en haar lieve blauwe ogen toen ze me zei dat ik alles tegen haar kon vertellen en ik besluit dat het veilig is om haar mijn verhaal toe te vertrouwen.
“Weet u, ik heb deze twee boeken meegenomen op mijn reis in de hoop dat ze me zouden kunnen helpen bij het probleem waar ik tegen aan ben gelopen toen ik vanochtend wakker werd.”
“Mag ik ze eens zien?” Vraagt mevrouw Hart en steekt haar kleine, rimpelige hand naar me uit. Terwijl ze de boeken aanneemt zegt ze: “En je weet dat je me alles kunt vertellen wat je ook maar op je hart hebt. Bij mij is het veilig.” Ik knik en vertel haar dat ik dat weet. Dan zet ze de leesbril op haar neus die aan een rood touwtje om haar nek hangt. “Robert Monroe?” Ze roept het bijna uit, terwijl ze me enthousiast aankijkt. “Wat leuk! Ik heb ook zijn tweede boek hier: ‘Far Journey’s’. Want jij hebt hier zijn eerste en derde boek, wist je dat?” Ik kijk mijn bijzondere gastvrouw inmiddels schaapachtig aan. Hoe is het mogelijk dat ik binnenval in een random huis bij een vrouw die niet alleen alles weet van kwantumfysica, maar ook nog eens de zeldzame boeken in haar eigen kast heeft staan die ik mee heb? “Ik weet even niets te zeggen”, stamel ik. “Het is zo apart dat u deze boeken zelf ook heeft staan. Heeft u ze gelezen?”
“Meer dan dat, meiske. Meer dan dat. Al meer dan dertig jaar experimenteer ik zelf met uittredingen en astrale reizen. Ik vind het ongelooflijk toevallig dat jij bij mij komt binnenvallen met deze boeken onder je arm. Vanwaar je interesse?” Met grote ogen kijkt ze me ongeduldig aan, wachtend op mijn antwoord.
Lees HIER het volgende deel >>>
Copyright © 2016 Tanja Ortmans
Disclaimer: Elke overeenkomst met bestaande personen -in leven of overleden-, gebeurtenissen, plaatsen of entiteiten berust op louter toeval. Alle personages, gebeurtenissen, plaatsen en entiteiten zijn fictief en verhouden zich op geen enkele manier tot een werkelijkheid van bestaande personen -in leven of overleden-, gebeurtenissen, plaatsen of entiteiten.
Photo credits Creative Commons: Photo ‘Little Known’ by Victor Rocha (Flickr)