Als ik weer in mijn voormalige auto stap, leg ik mijn tasje naast mijn mobiel op de stoel naast me. De auto ziet er erg netjes uit, het zwarte tapijt is keurig gestofzuigd en de stoelen zijn kruimelvrij. Er maken duidelijk geen kinderen uit van het leven van deze wagen. Ik start de auto en leg The Brand New Havies gelijk het zwijgen op. Daar heb ik nu echt geen zin in, deze vrolijke noten. In plaats daarvan luister ik naar het vertrouwde geronk van de auto als ik wegrijd.

Vanuit de Hoogstraat in oud Koog, zet ik koers richting de kruising van de Guisweg, anderhalve kilometer verderop. Dit is de straat van mijn jeugd. Ik ken elk stoeptegeltje, elke boom, elk steegje, elk huis, elk detail. Als ik langs De Waakzaamheid rijd zie ik dat deze eeuwenoude, monumentale herberg er weer precies zo uit ziet als voordat de verbouwing annex restauratie startte rond 2012. Ik minder wat vaart en schakel de auto terug van drie naar twee.

De Waakzaamheid was in de vroege jaren negentig ’the place to be’ voor de ‘underground’ House en feest-scene. Ik heb er jaren gewerkt en deze plek op aarde voelde als mijn tweede thuis. Nadat ik de verbouwing in 2013 met eigen ogen heb gezien, was mijn huiselijk gevoel helemaal verdwenen. De Waakzaamheid is prachtig geworden, maar het heeft voor mij het huiskamerachtige, toegankelijke en vriendelijke karakter van de ‘Waak’ weggenomen. En nu ligt ‘mijn Waak’ daar weer in oude glorie aan mijn rechterhand, terwijl ik er met de auto langzaam voorbij rijd. Ook mijn oude, door mijn ouders zelf gebouwde huis even verderop is aan mijn linkerkant te zien. Het ligt een beetje ‘inverdan’ achter de bomen aan de rand van het Koogerpark.

En als ik de Guisweg nader, zie ik dat alles hier is zoals vroeger. De hinderlijke stoplichten zijn weg en de oude Julianabrug ligt gewoon nog uitgestrekt over de Zaan. Ze biedt vele toeristen elk jaar weer toegang tot de Zaanse Schans en helpt vele Zaankanters naar de overkant van de Zaan.

De nacht begint nu echt plaats te maken voor de dag en boven de Zaan wordt de lucht steeds lichter blauw. Het is erg rustig op de weg zo vroeg in de ochtend. Ik moet slechts een bestelbusje voor laten gaan die vanuit de kant van het spoor richting de brug rijdt. De rest van Koog aan de Zaan en Zaandijk lijken nog diep in slaap te zijn.

Ik steek de Guisweg over en rijd de Lagedijk op in het oude gedeelte van Zaandijk. Mijn zusje Sandra woont hier met haar man en mijn nichtje en neefje en ik besluit even naar haar huis te gaan. Ze zal zo ongetwijfeld wakker worden voor het ochtendritueel met de kinderen. En met haar wil ik even praten over wat mij nu overkomt. Misschien kan zij hier met haar open mind wat zinnigs over zeggen. Omdat het vroeg is, staan de auto’s van alle bewoners nog langs de weg in de parkeervakken en is er geen plaats voor mijn Ibiza. Ik besluit mijn auto dus even achter de hare te parkeren op de oprit, maar zie dat haar Matiz er niet staat. Ze heeft hem waarschijnlijk om het hoekje op de Parkstraat geparkeerd, waar de auto van haar man Patrick ook meestal staat. Ik zet mijn auto op de oprit achter hun huis, zodat mijn auto tussen hun huis en het oude huisje van Wander staat. Wander, mijn jeugdvriend, mijn goede vriend. Onze moeders waren hartsvriendinnen. Ik was anderhalf toen hij werd geboren en we zijn samen opgegroeid. Maar ook als tieners en volwassenen gingen we veel me elkaar om. Jeroen en ik hebben elkaar leren kennen via hem. Hij was net als ik goed bevriend met Wander. Ik stap uit de auto en kijk naar zijn huisje waar hij zo veel gelukkige jaren heeft gewoond, totdat hij op valentijnsdag 2001 om half zeven ’s avonds plotseling uit het leven werd gerukt, omdat hij zijn tegenligger niet zag bij een inhaalmanouvre. Ik mis hem. Zelfs nu na veertien jaar nog. Ik schud de herinneringen van me af en loop Sandra’s tuin in. Alles is anders. Villa Kakelbont, het speeltoestel van haar kinderen staat er niet en ook de tuinmeubelen en de groententuintjes van mijn zwager zijn weg. Ik begrijp het niet. Ik had toch gehoopt dat het hier in ieder geval normaal zou zijn. Hier op deze veilige have bij mijn enige zusje, maar ik redeneer dat ze ook de spullen gewoon even weggehaald kunnen hebben, omdat, ja gewoon. Ze zullen er vast wel een of andere reden voor hebben.

Ik voel aan de achterdeur. Als deze dicht blijkt te zijn voel ik aan de deur van de aanbouw, welke ook dicht is. Als ik achteruit stap, trap ik per ongeluk een leeg verfblik om dat daar blijkbaar stond. Het holle gedonder van het grote, lege blik op de stenen kinderkopjes snerpt door de stille ochtend. “Shit”, hoor ik mezelf hardop zeggen. Ik zet het blik weer rechtop en loop voorzichtig de tuin in die om hun huis heen loopt. Bij de tuindeur kan ik naar binnen kijken en ik zie tot mijn ongeloof dat niets van het meubilair wat mij van binnen aanstaart, mij bekend voorkomt. Ik voel een gevoel van complete moedeloosheid over me heen komen als ik terug loop naar mijn auto.

Hé wat moet dat hier?” Hoor ik plotseling de donkere bas van een mannenstem roepen. Ik schrik me wezenloos en draai me om naar de man die in de deuropening van de achterdeur staat. “Jezus, een vreemde kerel in huis van mijn zusje”, denk ik en ik word bang. “Wat als hij alle spullen heeft verwisseld en mijn zusje en haar familie heeft vermoord?” Mijn gedachten gaan razendsnel.
Mijn zusje woont hier!”Weet ik piepend uit te brengen.
Nou, ik zal je zeggen, vriendin, dat dit MIJN huis is en dat jij in overtreding bent door je te bevinden op mijn erf”, bast de man geïrriteerd terug. “Dus wil je zo vriendelijk zijn jezelf en je rode auto te verwijderen van mijn oprit?”
Ik kijk hem angstig aan. “Ja, sorry, ik ga al. Ik was in de war,” stamel ik verward terug.
Als ik mijn autoportier vast heb om hem te openen, hoor ik ineens een bekende stem van boven.
Syl, ouwe dief, wat doe jij nou hier zo in het holst van de nacht, lawaaierige vrouw?” Ik kijk naar boven. Uit het slaapkamerraam van zijn oude, groene huisje hangt een slaperige Wander mij lachend aan te kijken. Zijn uitnodiging om even binnen te komen voor een kop thee, hoor ik niet meer. Als ik mezelf langs mijn auto omlaag voel glijden, wordt alles zwart.

 

Lees HIER het volgende deel >>>

 

Copyright © 2015 Tanja Ortmans 

DisclaimerElke overeenkomst met bestaande personen -in leven of overleden-, gebeurtenissen, plaatsen of entiteiten berust op louter toeval. Alle personages, gebeurtenissen, plaatsen en entiteiten zijn fictief en verhouden zich op geen enkele manier tot een werkelijkheid van bestaande personen -in leven of overleden-, gebeurtenissen, plaatsen of entiteiten.

Photo credits Saffrodite (Morguefile)

 

Tanja
Tanja Ortmans (1973) is Metafysicus, Hypnotiseur, Sci-Fi Auteur, Integratief Psychotherapeut, Multidimensional Coach, Designer en moeder van vijf (haar jongste zoon Gaia woont in de hemel). Vanaf haar vroegste jeugd is de ontdekkingstocht naar de multidimensionaliteit van het leven, de reis van de ziel, kwantum fysica en hoger bewustzijn haar grootste passie. Ze woont samen met haar vier kinderen en drie katten, in de buurt van Amsterdam.
× Hoe kan ik je helpen?